e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Halen

Overzicht

Gevonden: 2815
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doek -> [wld iii 2.2] witte doek: inne witte doek (Halen) een witte doek [ZND 23 (1937)] III-1-3
doffer, mannelijke duif duiver: dōvər (Halen) duif, mannetje [ZND 01 (1922)] III-4-1
dokter dokter: doktoor (Halen) Hij woont naast de dokter, naast Verbelen [ZND 44 (1946)] III-1-2
dolle kervel scheerling: sxęi̯rleŋ (Halen) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
dompelen in het water steken: in t water stèke (Halen), in ⁄t water stèke (Halen, ... ) (in het water) dompelen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || ge moet het doekje in t water dompelen [ZND 23 (1937)] III-1-2, III-4-4
donderen donderen: donderen (Halen, ... ) donderen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4
donderwolk dondertorens: dondertorens (Halen) zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx donder: donder (Halen, ... ) donder [N 22 (1963)], [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker, duisterx donker: doenker (Halen) (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4
donkerbruine koe bruine: brø̜̄nǝ (Halen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11