e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haler

Overzicht

Gevonden: 1699
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oude man bejaarde: bejaordje (Haler) iemand van oudere leeftijd ( oude man, oude vrouw, oude van dagen) [N 102 (1998)] III-2-2
oude mens bejaarde: bejaordje (Haler, ... ) oude man [N 102 (1998)] || oude vrouw [N 102 (1998)] III-3-1
oudejaarsavond oudjaarsavond: aodjaorsaovendj (Haler) De avond van 31 december, oudejaarsavond, Sint Silvesteravond [aldejaorsaovond]. [N 96C (1989)] III-3-2
oudejaarsdag oudjaar: oudjaar (Haler), silvesterdag: silvesterdaag (Haler) 31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] || 31 december, H. Silvester. [N 96C (1989)] III-3-2
ouden van dagen bejaarden: bejaordje (Haler) ouden van dagen [N 102 (1998)] III-3-1
oudhollandse pan handpan: hantjpan (Haler) Holle dakpan zonder zijsluitingen. De woorddelen ɛpop-ɛ en ɛwijpje-ɛ in de woordtypes poppan (K 278, L 316a) en wijpjespan (L 414) verwijzen ernaar dat bij dit soort pannen de kieren doorgaans werden gedicht met behulp van bosjes stro, de zgn. ɛpoppenɛ.' [N 32, 44c] II-8
overloop overloop: euverluip (Haler) Hoe noemt u de vloer boven tussen de hoogste trede van de trap en de deuren van de kamers? (overloop, allee, denter) [N 104 (2000)] III-2-1
overmouwen bindmouwen: bendjmuu̯ǝ (Haler) De aflegger, en ook de binder (zie paragraaf 4.6), beschermde zijn armen tegen de stekende en snijdende halmen door er overmouwen overheen te schuiven. Vaak zijn het een paar oude kousen waarvan de teenstukken zijn afgeknipt; vandaar het type strompen: (afgesneden) kousen. [N 15, 54; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
overrijp, beurs melig: melis (Haler) Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)] I-7
paal van de weideafrastering weipaal: węi̯pǭl (Haler) De meeste opgaven in dit lemma duiden op een paal uit de draadomheining rond een weide. Deze opgaven zijn ontleend aan de antwoorden op de vraag ø̄Hoe noemt u de paal van de weideafrastering?ø̄ (N 14, 64). Een aantal opgaven is ontleend aan de vraag naar het algemene woord voor ø̄paalø̄ (S 27). De antwoorden op beide vragen zijn in dit lemma ondergebracht. [N 14, 64; S 27; Vld.; monogr.] I-8