29897 |
vorstpan |
vorstpan:
vǫrstpan (L320c Haler
[(id)]
)
|
Halfronde pan waarmee de nokken en hoekkepers van het dak worden bedekt; ook de soortgelijke pan voor de afdichting van de nok of de naden van het dakschild van een rieten dak. Vorstpannen worden met spijkers op de dakruiters vastgezet en met specie aan elkaar bevestigd. In Q 77b werd niet met vorstpannen gewerkt. Men smeerde daar de nok van het dak in met cement. Het woordtype broekstuk (L 290, L 372) duidt een pan aan die de verbinding vormt tussen de vorstpannen en de pannen die over de naden van het dakschild worden gelegd. [N 32, 45b; N 32, 45c; N 4A, 34a; N 4A, 34c; N F, 8]
II-8
|
24397 |
vos |
vos:
vos (L320c Haler)
|
vos: Hoe noemt u in uw dialect het roodharige hondachtige roofdier dat kippen steelt en vermaard is om zijn sluwheid? [N100 (1997)]
III-4-2
|
21398 |
vreemde (man) |
import:
Als hij in het dorp komt wonen is het zo
de noeuwe of import (L320c Haler),
nieuwe, een ~:
Als hij in het dorp komt wonen is het zo
de noeuwe of import (L320c Haler)
|
Noem het (dialect)woord voor: iemand uit den vreemde? [vreemdeling] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
19341 |
vreugde |
lol:
lol (L320c Haler)
|
een gevoel van blijdschap in het algemeen [plezier, lol, vreugd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23764 |
vrijdagavond |
vrijdagavond:
vriejig aevendj (L320c Haler)
|
De vrijdagavond. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23943 |
vrijdagskost |
vrijdagse middag:
vriedigse middig (L320c Haler)
|
Het vleesloze eten, een vleesloze maaltijd op een onthoudings-dag ("vrijdagskost"). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20316 |
vrijgezel |
jonggezel:
jonggezel (L320c Haler),
vrijgezel:
vrijgezel (L320c Haler)
|
vrijgezel; ongehuwde man [patriara, wicht, vrijgezel] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
23276 |
vroegmis |
vroegmis:
vreumes (L320c Haler)
|
De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17714 |
vrouwelijk geslachtsdeel |
kut:
kut (L320c Haler),
pruim:
proem (L320c Haler)
|
[N 10c (1995)]
III-1-1
|
34059 |
vrouwelijk kalf |
vaarskalf:
vē̜s[kalf] (L320c Haler)
|
[N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.]
I-11
|