e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haler

Overzicht

Gevonden: 1699
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
winddroog winddroog: wentj˲drø̜jx (Haler) Gezegd van metselstenen die aan de oppervlakte droog en inwendig nat zijn. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Metselstenen bevochtigen'. [N 31, 13b] II-9
winderig weer boos (weer): boes (Haler) winderig, gezegd van het weer [zuchtig] [N 81 (1980)] III-4-4
winkel winkel: winkel (Haler), weet geen andere uitdrukking  veur de winkel oop haoje (Haler) het huis of een gedeelte van een huis waar koopwaren in het klein worden verkocht [winkel, nering, doening] [N 89 (1982)] || winkel drijven [N 102 (1998)] III-3-1
winkel drijven winkel openhouden: weet geen andere uitdrukking  veur de winkel oop haoje (Haler) winkel drijven [N 102 (1998)] III-3-1
winkelhaak winkelhaak: weŋkǝlhǭk (Haler) Haak waarvan de armen een hoek van 900 vormen. Met de winkelhaak wordt haaks afgetekend en worden werkstukken op hun haaksheid gecontroleerd. Zie ook afb. 2. [N 30, 13a; monogr.] II-9
winst winst: winst (Haler) de opbrengst boven de kosten [winst, voordeel, bonheur, beneficie, rabat, avetje] [N 89 (1982)] III-3-1
wip wip: wip (Haler) Het speeltuig bestaande uit een in evenwicht liggende balk of plank; op de uiteinden ervan nemen personen plaats die samen, door zich beurtelings tegen de grond af te zetten, het toestel op en neer doen gaan [kwikkwak, pontewaag, wiegelewouter, wip]. [N 88 (1982)] III-3-2
wippen wippen: wippen (Haler) Op, met een wip spelen [kwikkwakken, kweken, kwinkkwaken, kwikkelen, wiegschalen, wippen, kiegelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
wisselvallig weer kwakkel: kwakkel (Haler) lucht die wisselvallig weer betekent [kwaklucht, knoeilucht] [N 81 (1980)] III-4-4
witte abeel witbeel: witbeel (Haler) De witte abeel, 15-18 m hoog, bladeren 8-12 cm, zijn grijsgroen aan de bovenzijde en kalkwit aan de onderkant (abeel, witbeel, kjeseboom, peppel, vlaming, witte canada, witte boom). [N 82 (1981)] III-4-3