23834 |
feestdag van sint-petrus en sint-paulus |
sint-pier en paul:
sint pieer en paul (L320c Haler)
|
29 juni, de H. Petrus en Paulus [Peterumpaul, peter en paul]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23844 |
feestdag van sint-remigius |
sintermeis:
sinter meis (L320c Haler)
|
1 oktober, H. Remigius, Sintermeis, de datum waarop personeel zich opnieuw verhuurde. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23840 |
feestdag van sint-rochus |
rochus:
rogges (L320c Haler)
|
16 augustus, H. Rochus, patroon tegen pest, zweren e.d. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23828 |
feestdag van sint-servatius |
sint-servaas:
sint servaos (L320c Haler)
|
13 mei, de H. Servatius [Sintervaos]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23821 |
feestdag van sint-valentijn |
sint-valentijn:
sint valentijn (L320c Haler)
|
14 februari, H. Valentijn. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22432 |
feesten |
feesten:
feesten (L320c Haler)
|
Een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21127 |
fiets |
fiets:
fiets (L320c Haler)
|
Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)]
III-3-1
|
18121 |
fijt |
fijt:
fijt (L320c Haler)
|
nagelontsteking: De ontsteking van a) heeft ook het beenvlees van een vingerkootje aangetast; fijt (zwart, daal, vijt, fijt, fijk, fiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21853 |
filiaal |
filiaal (<fr.):
filiaal (L320c Haler)
|
de tak van een handelshuis op een andere plaats dan waar het hoofdgebouw gevestigd is, bijwinkel [succursaal, filiaal, bijwinkel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23264 |
flambouw |
processieluchter:
persessieluchter (L320c Haler)
|
Een lantaarn met daarin een brandende kaars die tijdens de processie naast het Allerheiligste werd meegedragen, flambouw. [N 96C (1989)]
III-3-3
|