e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haler

Overzicht

Gevonden: 1699
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glas-in-loodraam glas-in-loodraam: glaas in loedraam (Haler) Een glas-in-loodraam. [N 96A (1989)] III-3-3
glazig glazig: glazig (Haler) glazig; Hoe noemt U: Hard en doorschijnend, gezegd van aardappelen (schier, glazerig) [N 80 (1980)] III-2-3
glijbaan roetsjbaan: roetsjbaan (Haler) Het speeltuig (vooral in speeltuinen) waarbij men langs een gladde baan van een platform naar beneden kan glijden [glijbaan, borsie, ritsbaan, roetsjbaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
gluiperig gluiperig: gluiperig (Haler) huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] III-1-4
god de vader god de vader: god de vader (Haler) God de Vader. [N 96D (1989)] III-3-3
godslasteren godslasteren: godslasteren (Haler) Godslasteren, blasfemeren. [N 96D (1989)] III-3-3
godslastering godslastering: godslastering (Haler) Een godslastering, blasfemie. [N 96D (1989)] III-3-3
goede vrijdag goede vrijdag: gooie vriedig (Haler) De vrijdag in de week vóór Pasen, Goede vrijdag [Kaarvriediech]. [N 96C (1989)] III-3-3
goede week goede week: gooi waek (Haler) De week vóór Pasen [gooj week, kaarwèch]. [N 96C (1989)] III-3-3
goede- opbrengst geven (goed) schieten: sxitǝ(n) (Haler), (is goed) verschaard/verschoren: vǝršērt (Haler) Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39] I-4