e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Halmaal

Overzicht

Gevonden: 752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
langwerpige streep van voorhoofd tot neus witte streep: wetǝ striǝp (Halmaal) Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b] I-9
leiden varre gaan: vɛ̄rǝ gōǝn (Halmaal) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
leverpastei pat: pá’teͅi (Halmaal) leverpastei [Goossens 1b (1960)] III-2-3
leverworst witte pens: wetə pɛns (Halmaal) leverworst [Goossens 1b (1960)] III-2-3
lies liest: list (Halmaal), lijst: lē̜st (Halmaal) De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] I-12, I-9
lip lip: løp (Halmaal) Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b] I-9
lip van een hoefijzer lip: løp (Halmaal) Het opstaand lipvormig gedeelte aan de voorzijde aan het hoefijzer. De lip voorkomt het naar achter opschuiven van het hoefijzer. Zie ook afb. 222. Ook aan de zijkanten van het hoefijzer kunnen lippen worden aangebracht. Dit gebeurt als het paard brokkelende hoeven heeft of wanneer het hoefijzer de neiging heeft naar binnen te verschuiven. Zie ook het lemma ɛbrokkelhoefɛ in WLD i.9, pag. 102.' [N 33, 356; JG 1b; monogr.] II-11
loeien van de koe in het algemeen brullen: brølǝ (Halmaal) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
lopen lopen: lūpǝ (Halmaal) Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82] I-9
lucifer kretsje: kretske (Halmaal, ... ), solferstekje: solferstekske (Halmaal, ... ), vuurstekje: vuurstekske (Halmaal, ... ) lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)] III-2-1