e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Halmaal

Overzicht

Gevonden: 752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nagras, tweede hooioogst achtermaad: axtǝrmōǝt (Halmaal) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
nascharren, naoogsten scharren: sxē̜rǝ (Halmaal) De akker naoogsten met een rijf of houten hark. De boer deed dit doorgaans zelf, in tegenstelling tot het aren lezen dat dan door anderen werd gedaan. Zie de toelichting bij het lemma ''aren lezen'' (5.2.4). [N 15, 38a; JG 1a, 1b; L 34, 40; monogr.; add. uit N 15, 35; N 18, 93] I-4
nek nak: nak (Halmaal) Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b] I-9
neusklem ring: ręŋk (Halmaal) Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11
niet drachtig muntig: møntǝx (Halmaal) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11
o.l.v.-hemelvaart onze-lieve-vrouw-halfoogst: OLV half oogst (Halmaal) Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)] III-3-2
omhulsel van het teellid sluif: slāf (Halmaal) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omzetten draaien: drē̜ǝ (Halmaal) Het met de graanschop omkeren van het op de graanzolder uitgespreide graan. [JG 1a, 1b, 2c] I-4
onbewolkt klaar: klaar (Halmaal) klaar, helder [ZND 19A (1936)] III-4-4
onderste handvat (onderste, korte, klein(e), voorste) kruk: krø̜k (Halmaal) Het onderste handvat van de steel van de zeis, dat in de rechterhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het korte handvat van model A, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de gegevens opgenomen omtrent de localisatie van model B, waarvan het onderste handvat in de kromming van de steel zit of waar dit handvat lang en T-vormig is. Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het bovenste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (onderste, korte, kleine, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A2 en B2.' [N 18, 67c; N C, 3b2; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3