e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glimlachen glimlachen: glimlachen (Hamont), hij glimlacht (Hamont), grimlachen: griemlachen (Hamont), heimelijk lachen: heimelijk lachen (Hamont), stiekem lachen: stiekem lachen (Hamont), stilletjes lachen: stelekəs laxən (Hamont) hoe zegt ge "glimlachen"in uw dialect ? Bestaat er geen woord om dit "stil lachen"uit te drukken, geef dan op door welke omschrijving men dit weergeeft. [ZND 39 (1942)] III-1-4
glimworm glimworm: glemwøͅrm (Hamont), glīmwø͂ͅrm (Hamont), lichtwormpje: ook ZND 01u, 072; ZND BrB2, 299  lixtwoͅrmkəs (Hamont), vuurworm: vyrwø͂ͅrm (Hamont), vyrwøͅrm (Hamont) glimworm [GV Gr (1935)], [ZND 01 (1922)], [ZND 18G (1935)] III-4-2
goed liggen goed liggen: gūt legǝn (Hamont) Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51] I-11
goed luisteren goed luisteren: goe luusteren (Hamont), gu(t) lystərən (Hamont) goed luisteren [ZND 30 (1939)] III-1-1
goedaardige droes droes: drūs (Hamont) Een infectieziekte in de keelstreek die vooral jonge paarden aantast. Tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte verloopt ongeveer √®√®n week. Dan treedt koorts op, gepaard met ontsteking van het neusslijmvlies, waarbij veel slijm wordt afgescheiden, dat na enkele dagen etterig wordt. Typisch voor deze ziekte is de klierzwelling tussen de beide takken van de onderkaak; snel wordt de gezwollen klier dan week, verettert en breekt door. Gewoonlijk verloopt de ziekte goedaardig. [A 48A, 28b; N 8, 89 en 90a; N 52, 15b, 24 en 25; monogr.] I-9
goede kamer, ontvangkamer goede kamer: gui̯kāmər (Hamont), salon: səloͅn (Hamont) mooie kamer, pronkkamer || salon III-2-1
goede- opbrengst geven (goed) schieten: sxitǝ(n) (Hamont), opbrengen: ǫbręŋǝ (Hamont) Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39] I-4
goedheid te goed: ook materiaal znd 24, 20 goedheid wordt omschreven  gə zit tə gūt (Hamont) goedheid [ZND 01 (1922)] III-1-4
goedkoop goedkoop: deͅs gujəkūəp (Hamont) Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoopst bestekoop: bä:stəkū[ə}p (Hamont) goedkoopst [ZND 24 (1937)] III-3-1