e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kiem scheut: sxø̄t (Hamont) scheut III-4-3
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen schieten: sxitǝ (Hamont) J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17] I-5
kien! kiem: kiem (Hamont), kien: ich hem ən kīn (Hamont), kien (Hamont), kin (Hamont), Ik heb kien (kienspel).  kin (Hamont) Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)] || Kien (kienspel). III-3-2
kienen kiemen: kiemen (Hamont), kiemspel: kiemspeul (Hamont), kienen: kienen (Hamont), kinə (Hamont), kīnən (Hamont), kienspel: Ook als werkwoord: kinnen.  kinsp"l (Hamont) Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Hoe heet dit spel? [ZND 37 (1941)] || Kienen: het kienspel spelen. III-3-2
kies baktand: baktōͅən (Hamont), dobbele tand: dobbəl tān (Hamont), dobələ tand (Hamont) baktand [ZND 01u (1924)] || Baktanden (dikke tanden). [ZND 07 (1924)] III-1-1
kieskauwen inwringen: invringen (Hamont) zonder eetlust eten; Hoe noemt U: Traag en zonder eetlust eten (pieliën) [N 80 (1980)] III-2-3
kieskauwer fijnpikker: fienpikker (Hamont), lekmuil: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  leͅkmul (Hamont) kieskeurig [ZND 27 (1938)] || lastig met eten; Hoe noemt U: Lastig met eten, gezegd van iemand die altijd weinig eet [N 80 (1980)] III-2-3
kieskauwerig kieskeurig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kiskørəx (Hamont) kieskeurig [ZND 27 (1938)] III-2-3
kietelen kietelen: kitələ (Hamont) kittelen [ZND 01u (1924)] III-1-2
kieuwen kaken: ook in ZND 27, 084  kähən (Hamont), kieuwen: ook in ZND 27, 084  kīwən (Hamont) kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)] III-4-2