e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lauw lauw: laaw waoter (Hamont), louw woater (Hamont), low woater (Hamont), lōͅw wōͅtər (Hamont) Lauw. Lauw water [ZND 37 (1941)] III-4-4
lederen pantoffel slof: slofə (Hamont) pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
leeftijd, ouderdom ouder: awer (Hamont), ouderdom, leeftijd  aauwer (Hamont), ouderdom: aawerdóm (Hamont) ouder || ouderdom [ZND 05 (1924)] || ouderdom; op zijn ouderdom [ZND 40 (1942)] III-2-2
leeg, gezegd van een noot leeg: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  leeg noot (Hamont) loze noot [ZND 30 (1939)] III-2-3
leeg, niets bevattend leeg: leeg (Hamont, ... ), lēx (Hamont) Leeg. Mijn glas is ledig [ZND 37 (1941)] III-4-4
leegloper leegloper: ook materiaal znd 30, 4  lēxly(3)̄əpər (Hamont), luilekkerlander: ook materiaal znd 30, 4  luilekkerlander (Hamont) leegloper [ZND 01 (1922)] III-1-4
leemspecie leem: līǝm (Hamont) Het mengsel van leem, koemest, strohaksel en in een aantal plaatsen ook varkens-, paarde-, of mensenhaar, waarmee het vlechtwerk wordt dichtgepleisterd. Zie voor het woorddeel 'kleen-' in het woordtype 'kleenleem' (Q 18) ook het lemma 'Bepleisteren'. [N 4A, 53c; N 31, 45c; div.] II-9
leest leest: lest (Hamont), list (Hamont) De pasvorm, meestal van beukenhout, waaraan men de schoenen maakt. "De leest waarop de schoen gemaakt wordt, moet als het ware net een afgietsel zijn van de voet, en voor wat de stand aangaat, geschikt zijn volgens de hoogte der hiel waarvoor hij zal gebruikt worden" (Dierick, pag. 7). [N 60, 185a; N 60, 244a; L 1a-m; L 30, 8; S; monogr.] II-10
leeuw leeuw: een lieuw (Hamont), inne liöw (Hamont), ne ljø͂ͅw (Hamont), ne lo(oe) (Hamont), In de circus waren er veel leeuwen.  løͅuw (Hamont) leeuw [GTRP (1980-1995)] || Leeuw. [Willems (1885)], [ZND 30 (1939)] III-3-2
leeuwenbek leeuwenbek: doffe e (6)  ləwenbek (Hamont), leeuwenmuiltje: antirrhinum majus  løͅuwəmylkəs (Hamont) grote leeuwebek [ZND 40 (1942)] || leeuwebekje III-4-3