e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

Gevonden: 4263
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bergmolen bergmolen: bɛ̄r(ǝ)x[molen] (Hamont) Een bovenkruier die op en voor een gedeelte in een kunstmatige heuvel is gebouwd. Zie ook afb. 8. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 32d; Sche 5; monogr.] II-3
bericht tijding: WNT: ting (IV), In het Vroeg-nieuwndl. verkort uit tîding. Tijding, bericht.  ech hɛb tin gəhat (Hamont), ich hep tin gəkregən (Hamont) Ik heb tijding (ting, teng, enz.) gekregen. [ZND 08 (1925)] III-3-1
berkenbezem bezem: beͅsem (Hamont) bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)] III-2-1
beroerte beslag: beslaag (Hamont), bəslāch krīgən (Hamont, ... ) een beroerte, een geraaktheid krijgen [ZND 32 (1939)] III-1-2
berrie berrie: bø̜ri (Hamont), berries: børis (Hamont), kaarbalken: kǭrbalǝkǝ (Hamont) Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] || Het uit twee balkjes bestaande toestel op de steenkuip waarop of waartussen het kaar rust. Zie ook afb. 82. [N O, 19h; A 42A, 38; Vds 147; Jan 154; Coe 135; Grof 156; N D, 33 add.] I-13, II-3
beschermstenen of -palen stenen: stīǝn (Hamont) Beschermstenen van natuursteen of dikke houten beschermpalen (soms ook wel van ijzer) worden geplaatst schuin tegen zijkanten van poorten en tegen hoeken van muren of tegen brugleuningen om beschadigingen door voertuigen te voorkomen. Bij boerderijen komen ze vooral voor aan schuurpoorten en ingangspoorten (van de gesloten hoeve). Soms dienen de stenen of palen ook als steun voor de muur waartegen ze rusten. Meervoudige opgaven benoemen de beide beschermstenen of -palen aan weerskanten van een opening. Zie ook afbeelding 18.a bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 43a; monogr.; add. uit N 4A, 42f] I-6
beschilderde klomp geverfde klomp: gǝvɛrf˱dǝ klōmp (Hamont) Van een verflaag voorziene klomp. In Loksbergen (P 47) werden de klompen geverfd en daarna gevernist. Speciaal voor de streek rond Loksbergen waren klompen waarop veters en vetergaten geschilderd waren. Zoɛn klomp werd een nestel genoemd.' [N 97, 148; N 24, add.] II-12
beschimmeld beschimmeld: beschimmeld (Hamont), bəsxeməlt (Hamont) beschimmeld/beschimmelen [ZND 06 (1924)] || beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)] III-2-3
beschuit beschuit: 1a-m met verkortingsteken op de y  bəschy(3)̄t (Hamont) beschuit [ZND 21 (1936)] III-2-3
beschuit met muisjes beschuit mee keuteltjes: Syst. Frings  bəsxūt meͅ kø̄təlkəs (Hamont, ... ), bəsxy(3)̄t meͅ kø̄təlkəs (Hamont, ... ), beschuit mee muisjes: Syst. Frings  bəsxy(3)̄t meͅ myskəs (Hamont, ... ) Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)] III-2-2, III-2-3