34480 |
opgroeiend jong kipje |
kuiken:
kȳkǝn (L286p Hamont)
|
Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c]
I-12
|
18218 |
ophanger |
lint:
lint (L286p Hamont),
lintje:
lintje (L286p Hamont),
lintjen (L286p Hamont),
Geen speciaal woord, meestal lintje.
lintje (L286p Hamont),
litsje:
letskən (L286p Hamont)
|
Lintje. Hoe heet het lintje of snoer om een jas op te hangen? [ZND 37 (1941)]
III-1-3
|
25150 |
opklaren |
opklaren:
opklōͅrə (L286p Hamont)
|
opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18811 |
opletten |
aandacht geven:
aoəndacht chéévə (L286p Hamont)
|
aandacht geven
III-1-4
|
21275 |
opmaken |
opmaken:
gâêlt opma.kə (L286p Hamont)
|
geld opdoen (opmaken) [RND]
III-3-1
|
19235 |
opnieuw beginnen |
opternieuw beginnen:
oppernei beginnen (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
òppərnéj bəgennə (L286p Hamont),
óppərnòw bəgennə (L286p Hamont)
|
opnieuw beginnen || opnieuw beginnen: veel dialecten kennen nog andere woorden dan opnieuw [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
33145 |
opnieuw wannen |
nawannen:
nǭwanǝ(n) (L286p Hamont)
|
Als men uit het gezuiverde graan het beste zaad wil halen dat zal dienen als zaaigraan, moet men opnieuw wannen. Men draait de wanmolen dan vlug rond zodat al het fijnere graan wegvliegt. Soms gebeurt dit niet met de wanmolen, maar door het graan te zeven; zie het lemma ''zeven met de handzeef'' (6.3.11). De omschrijvende opgaven met behulp van het heteroniem van het lemma wannen, zoals nog eens doordraaien, of voor de tweede keer doorjagen, zijn hier niet opgenomen. [JG 1a, 1b -gedeeltelijk-]
I-4
|
32928 |
opper |
heukel:
hø̄.kǝl (L286p Hamont)
|
De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.]
I-3
|
17566 |
opperhuid |
vel:
vāēl (L286p Hamont),
vä:l (L286p Hamont)
|
opperhuid [N 10 (1961)]
III-1-1
|
27859 |
opproppen |
opvullen met leem:
op˲vølǝ mę liǝm (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Een met springstof gevuld gat door middel van een waterpatroon of een van steenstof of leem gemaakte prop afsluiten. [N 95, 404; monogr.; Vwo 15; Vwo 48; Vwo 126; Vwo 177; Vwo 569; Vwo 571]
II-5
|