27074 |
praam |
neusring:
nø̄srēŋk (L286p Hamont),
praam:
prǭm (L286p Hamont),
prang:
praŋ (L286p Hamont)
|
Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.]
I-10
|
21529 |
praten |
praten:
praoten (L286p Hamont)
|
zij praten, kletsen, babbelen de hele dag [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
23238 |
predikant: dominee |
dominee (<lat.):
domine (L286p Hamont),
gereformeerde:
enə gərefoͅrme:rdən (L286p Hamont)
|
Protestansch predikant. [ZND 14 (1926)]
III-3-3
|
21006 |
prei |
poor:
pooər (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
pō.ər (L286p Hamont),
pōər* (L286p Hamont)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] [ZND 15 (1930)]prei
I-7
|
20667 |
preisoep |
poorsoep:
Syst. Frings
pōrsup (L286p Hamont, ...
L286p Hamont)
|
Preisoep (Poorsop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
22687 |
prent(je) |
beeld(je):
bildjen (L286p Hamont),
ə schwo(n) beltjən (L286p Hamont),
Sub beeld: Ik zal U een schoon beeldje (prentje) geven.
bjeltjə (L286p Hamont),
prent:
print (L286p Hamont),
prent(je):
Zie ook BEELD.
prēntjə (L286p Hamont),
prentje:
printjen (L286p Hamont)
|
Beeldje (prentje). || Beeldje. [Willems (1885)] || Een schoon beeldeken (Fr. image). [ZND 21 (1936)] || Prent. [Willems (1885)] || Prentje. [Willems (1885)]
III-3-2
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
pries (L286p Hamont)
|
Prijzen (mv). [Willems (1885)]
III-3-2
|
33740 |
prikkeldraad |
pikdraad:
pikdrǭt (L286p Hamont),
pikkerdraad:
pikǝrdrǭt (L286p Hamont)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
22356 |
priktol |
pindop:
pendoͅp (L286p Hamont, ...
L286p Hamont),
pindop (L286p Hamont),
/
pindob (L286p Hamont)
|
/ [SND (2006)] || Gewone tol (die met een koord wordt geslingerd). [ZND 01u (1924)] || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)] || Wurfkreisel.
III-3-2
|
18927 |
proberen |
proberen:
prómbêêrə (L286p Hamont),
prəbêêrə (L286p Hamont)
|
proberen
III-1-4
|