e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sabbelen sabberen: zabərən (Hamont, ... ) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacramentsprocessie sacramentsprocessie (<lat.): sacrameentsprocessie (Hamont, ... ), sacrementsprocessie (Hamont) Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)] III-3-3
salpeter salpeter: sǫlpiǝtǝr (Hamont) Chemische stof waarmee bijen bedwelmd worden. [N 63, 77d, N 63, 77c; N 63, 77b; JG 1b] II-6
salueren aanslaan: də soldōͅtən mutən ōͅənslōͅən (Hamont), oânsloân (Hamont) De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)] III-3-1
samenspannen samenheulen: di twījə h"lən sāmən (Hamont), twee handen op een buik zijn: dat zijn twee handen op een buik  deͅ zin twījə hḁ̄n oͅp jänə buk (Hamont) Die twee heulen samen (spannen samen tegen de anderen) [ZND 26 (1937)] III-3-1
sandaal sandaal: sandōͅəl (Hamont), schandaal: [sic]  sXandoͅəl (Hamont) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3
satijn satijn: satīn (Hamont) Glanszijde, atlas, een oorspronkelijk alleen zijden, later ook halfzijden (katoen en zijde) gekeperde stof, zeer glad geweven, namelijk zo dat de bindingsknopen zoveel mogelijk over de oppervlakte verspreid liggen (Van Dale, pag. 2488). [N 62, 80a; N 62, 80b; N 62, 98; N 59, 201; MW; Wi 53; monogr.] II-7
saus saus: sààws (Hamont) saus [RND] III-2-3
savooiekool savooi: savoͅij* (Hamont), savoͅiən (Hamont) [Goossens 1b (1960)]savooi I-7
scapulier scapulier: schabbelīr (Hamont), schapulīr (Hamont) Schapulier. [ZND 06 (1924)] III-3-3