e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

Gevonden: 4263
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bontkraag pels: pēͅls (Hamont), pelsen kraag: pēͅlsəkrāX (Hamont) kraag van bont [N 23 (1964)] || pels op een jas; pelskraag III-1-3
bontmantel bontmantel: bontmāntəl (Hamont) bontmantel [N 23 (1964)] III-1-3
boog boog: baog (Hamont), boog (Hamont), boog en pil[ə} (Hamont), ene boog en pil[ə} (Hamont), ene boohch (Hamont), Met de boog schieten.  bōch (Hamont), spuulgoedautos, pijl en boog,cowboy spelen, ridder spelen,stripverhalen lezen.  pijl en boog (Hamont) boog [GTRP (1980-1995)] || Boog. [Willems (1885)] || Hoe heet een boog dien de kinderen maken van een buigbaren stok en een koord? [ZND 32 (1939)] || Wetenswaardigheden. [SND (2006)] III-3-2
boom (alg.) boom: buəm (Hamont) boom [RND] III-4-3
boomgaard bogaard: bōgərt (Hamont, ... ) boomgaard [ZND 22 (1936)] I-7
boomkruiper boomkruipertje: certhia brachydactyla  būəmkrupərke (Hamont) boomkruiper III-4-1
boomleeuwerik boomliewerk: būəmløͅuərək (Hamont) boomleeuwerik III-4-1
boomstam boomstam: būǝmstam (Hamont) De stam, ontdaan van kruin, takken en worteleind. [N 50, 13; monogr.] II-12
boomstronk boompoest: buəmpust (Hamont), poest: pust (Hamont, ... ), stronk: stroͅnk (Hamont) boomstronk [ZND 07 (1924)] || stronk III-4-3
boomwagen boomkar: buǝmkɛr (Hamont), nuts: nøts (Hamont) Een kar die bestaat uit twee grote wielen, een as en een lange dissel. Deze kar wordt gebruikt om bomen en andere lange, zware voorwerpen te vervoeren, die men onder de as met een ketting bevestigt. De as tussen de wielen is niet recht, maar als een halve cirkel naar boven gebogen. De boomstam wordt boven in de halve cirkel opgehangen. De boomwagen wordt meestal door twee paarden.getrokken. In het grootste deel van Belgisch Limburg gebruikt men voor de boomwagen een benaming die tot het woordtype huurst kan worden herkend (zie Verstegen 1940). Omdat dit type zoveel vervormingen kende, is het hieronder opgesplitst in drie ondertypes (huts, uts, nuts). [N 17, 6 + 15b; N G, 51; N 50, 12b; JG 1d; L 1a-m; L 14, 20; L 32, 83; monogr.] I-13