e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

Gevonden: 4263
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boon, algemeen bonen: buǝnǝ (Hamont), bu̯ǫnǝ (Hamont), bǫnǝ (Hamont), boon: buǝn (Hamont), būən* (Hamont) boon || Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23] I-5, I-7
boordenknoopje bovenste knoopje: bovəstə knøpkə (Hamont) boordeknoopje [N 23 (1964)] III-1-3
boosaardig paard (een) kwade: kő̜i̯ǝ (Hamont) Onbetrouwbare paard dat onverwachts slaat en bijt. Gewoonlijk legt het daarbij de oren in de nek en laat het wit van zijn ogen zien. [JG 1a; N 8, 62o] I-9
boot(je) boot(je): boͅtjə (Hamont) een bootje (om te roeien) [ZND 24 (1937)] III-3-1
bord telloor: tly(3)̄ər (Hamont), təlyr (Hamont) bord || bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
bordje telloortje: tlyrkə (Hamont) onderschoteltje III-2-1
boren uitheulen: uitheulen (Hamont) In het algemeen een uitholling in de klomp maken met behulp van de verschillende klompenmakersavegaren. Zie ook de volgende lemmata. [N 97, 75; A 29a, 7c] II-12
borg blijven borg blijven: bø͂ͅrəX blīvən vør īmət (Hamont) Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)] III-3-1
borrel borrel: groot  borrel (Hamont), drupje: klein  drupke (Hamont) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelglaasje borrel: boͅrəl (Hamont) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1