19736 |
soda |
duivelszout:
deͅi̯.vəlszā.t (Q002p Hasselt)
|
soda
III-2-1
|
20664 |
soep |
potage:
Syst. Frings Soep
poͅtážə (Q002p Hasselt),
sop:
sop (Q002p Hasselt),
Syst. Frings
soͅp (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt)
|
soep || Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] || Wat verstaat u onder: potaage, petazzie (soep, gekookte groente of stamppot?) a.u.b. ook de uitspraak aangeven [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20756 |
soep van ingewanden |
soep van de afval:
Syst. Frings
soͅp ˃van dən āf˃val (Q002p Hasselt)
|
Soep van ingewanden, hart, nieren e.d. (tripsoep?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19513 |
soepketel, waterketel |
marmiet:
om soep of lijnwaad uit te koken
marmet (Q002p Hasselt),
v. om was te koken
mərmet (Q002p Hasselt),
soepketel:
,.m.
soͅpkētəl (Q002p Hasselt)
|
berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || ketel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19518 |
soepketeltje |
bidon:
m.
bədoͅŋ (Q002p Hasselt),
eetmarmiet:
v.
iətmərmet (Q002p Hasselt),
keteltje:
kētəlkə (Q002p Hasselt)
|
keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19521 |
soepterrine |
soepterrine:
soͅptəren(ə) (Q002p Hasselt),
v.
soͅptren (Q002p Hasselt),
soͅptəreͅn (Q002p Hasselt)
|
soepterrine [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20512 |
soepvlees |
bouilli:
bulī (Q002p Hasselt)
|
soepvlees
III-2-3
|
18196 |
sok |
sok:
sok (Q002p Hasselt),
zok (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
zoͅk (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt)
|
sok || Sok, een paar sokken. Bedoeld wordt de korte kous, tot halverwege het been door mannen en door kinderen gedragen (fr. chausette) [ZND 48 (1954)] || sok, korte herenkous [zok, vlink, vlik, ene zök] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
31675 |
sok, mof |
manchon:
māšǭ (Q002p Hasselt)
|
De eenvoudigste en meest voorkomende fitting, bestaande uit een pijpstukje met binnendraad, waarin de beide te verbinden pijpen worden vastgeschroefd, nadat men de beide draadvlakken eerst van dichtingsmateriaal heeft voorzien. Zie ook afb. 265. [N 64, 118a-b; monogr.]
II-11
|