19318 |
trotsheid |
grootsigheid:
grutsechèds (Q002p Hasselt)
|
grootsheid, hoogmoed
III-1-4
|
19195 |
trouw |
trouw:
Te gujjer tr؉
trōē (Q002p Hasselt)
|
trouw
III-1-4
|
20428 |
trouwboekje |
trouwboekje:
trōē:biekske (Q002p Hasselt)
|
trouwboekje
III-2-2
|
20384 |
trouwen |
trouwen:
truiə (Q002p Hasselt),
trôên: (Q002p Hasselt)
|
huwelijk [ZND 01 (1922)] || trouwen
III-2-2
|
20373 |
trouwkostuum bruidegom |
trouwkostuum:
trōē:kestim (Q002p Hasselt)
|
trouwkostuum
III-2-2
|
18690 |
trouwpak |
trouwkostuum:
trökəstøm (Q002p Hasselt),
trøͅkəstøm (Q002p Hasselt)
|
trouwkostuum [t trouwdinge, trouwpak] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20176 |
trouwring |
trouwring:
trōē:rè.nk (Q002p Hasselt)
|
trouwring
III-2-2
|
18169 |
trui |
pull:
pøl (Q002p Hasselt),
tricot (fr.):
trikoͅ (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
vareuse (fr.):
varøs (Q002p Hasselt),
Fr. vareuse.
vareús (Q002p Hasselt)
|
damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || pull, trui || trui [maljo, sjtump, tricot] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18083 |
tuberculose |
pokken:
pǫkǝ (Q002p Hasselt),
tering:
T.B.C.
tiëring (Q002p Hasselt)
|
Een besmettelijke ziekte die ontstaat doordat tuberkelbacteriën in het lichaam van het dier geraken. De besmetting kan op verschillde wijzen gebeuren: direct, doordat de smetstof met de ingeademde lucht of het opgenomen voedsel van lijders aan tuberculose belandt in het lichaam van gezonde stalgenoten; indirect, doordat de smetstof via zuivelfabrieken met de melk van het ene bedrijf op het andere terechtkomt. Het is een slepende ziekte. Zie ook het lemma ''tuberculose'' in wbd I.3, blz. 483.' [N 3A, 85a; N 52, 17a; A 48A, 30a] || tering
I-11, III-1-2
|
34289 |
tuieren |
tuieren:
tē̜rǝ (Q002p Hasselt)
|
Een koe of geit laten grazen aan een touw dat met een paal in de grond bevestigd is. Men doet dit om het af te grazen stuk grasland te beperken. [N 3A, 14h; N 14, 71; L 27, 5; A 17, 20; JG 1c, 2c; Vld.; monogr.]
I-11
|