33808 |
blauwe en bruine schimmel |
(een) blauwe:
blø̄ǝn (Q002p Hasselt),
(een) bruine:
brø̜̄ǝnǝ (Q002p Hasselt)
|
De blauwe schimmel is overwegend blauw of grijsblauw, met zwarte manen. Bij de bruine schimmels zijn allerlei schakeringen mogelijk: lichtbruin, donkerbruin, goudbruin, kastanjebruin, roodbruin, zwartbruin of geappeld bruin. Sommige gelijken in kleur sterk op de vossen, maar onderscheiden zich van deze door hun zwarte manen, staart en poten. In principe worden alle paarden die bruine of rode dekharen, zwarte manen en staart hebben, beschreven als bruin. [N 8, 63b]
I-9
|
24122 |
blauwe reiger, reiger |
reiger:
reeger (Q002p Hasselt),
reger (Q002p Hasselt),
reiger (Q002p Hasselt),
rēgəl (Q002p Hasselt),
rēgər (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
rêger (Q002p Hasselt)
|
reiger [ZND 41 (1943)] || reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] || reiger, blauwe
III-4-1
|
19653 |
blauwsel |
blauwsel:
bleuetsel (Q002p Hasselt),
blø͂ͅtsəl (Q002p Hasselt)
|
blauwsel [ZND m]
III-2-1
|
17691 |
blazen |
blazen:
blo.zə (Q002p Hasselt),
blōͅzə (Q002p Hasselt),
bloͅzə (Q002p Hasselt)
|
blazen [N 10b (1961)]
III-1-1
|
17986 |
bleek |
bleek:
blīēk (Q002p Hasselt),
blīk (Q002p Hasselt),
hiesublīk (Q002p Hasselt),
ie ès zoe bliek (Q002p Hasselt),
is es blīək (Q002p Hasselt)
|
bleek [ZND 01 (1922)], [ZND m] || hij is zo bleek [ZND 21 (1936)]
III-1-2
|
34110 |
bles |
bles:
blęs (Q002p Hasselt),
witte bles:
wetǝ blęs (Q002p Hasselt)
|
Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b]
I-11
|
19344 |
blij |
blij:
blai (Q002p Hasselt),
blē (Q002p Hasselt),
blētste (Q002p Hasselt),
sup. Zoe blèè anne gek: zo blij als een gek
blèè (Q002p Hasselt)
|
blij [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
24969 |
blijven wachten |
blijven:
blijve(n) (Q002p Hasselt),
ps. onder de ‰ staat nog een trema; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.
blējəvə (Q002p Hasselt)
|
blijven [ZND 25 (1937)]
III-4-4
|
33780 |
blijvend gebit |
paardstanden:
pi̯ā.tstān (Q002p Hasselt)
|
Op vijfjarige leeftijd heeft het paard een volwaardig gebit, meestal paardstanden genoemd. [JG 1a, 1b; N 8, 18a en 18b]
I-9
|
19696 |
blik |
vuilblik:
vø͂ͅe.lblik (Q002p Hasselt)
|
vuilnisblik
III-2-1
|