e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q002p plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wannen met de wan wannen: wanǝ (Hasselt) Om het graan te scheiden van kaf en graanafval wordt het gewand. Het principe van de handeling is eenvoudig: de graankorrels worden tegelijk met het kaf en de andere ongerechtigheden omhooggeworpen; door de wind worden het kaf en het lichtere afval weggeblazen; de zwaardere graankorrels vallen terug en blijven over. Het primitiefste en oudste middel om te wannen is de wan: een platte korf met aan beide zijden een oor en iets uitgehold aan één kant. In die uitgeholde kant wordt het graan nog vermengd met het afval gedaan en de wanner schudt de mand, zodanig dat de natuurlijke wind het afval doet wegwaaien en dat het graan terug in de mand valt. Zie het lemma ''wan'' (6.3.2). Later ging men de wanmolen gebruiken, waarbij een kunstmatige windstroom werd opgewekt; zie het lemma ''wanmolen'' (6.3.5). Vaak gebruikt men hetzelfde werkwoord voor het wannen met de wan en voor het wannen met de wanmolen; dan is dat werkwoord wannen. Soms gebruikte men een apart woord voor het werken met de wanmolen; deze zijn opgenomen in het lemma ''wannen met de wanmolen'' (6.3.4).' [N 14, 37; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
wannen met de wanmolen schoonmaken: sxūnmākǝ (Hasselt) Het werken met de wanmolen. Zie voor de fonetische documentatie van [wannen] het lemma ''wannen met de wan'' (6.3.1) en zie ook de toelichting bij dat lemma. [N 14, 39; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
want duimhaas: deumhaas (Hasselt), duimpjes: kinderbenaming  dèmkes (Hasselt), mitainetje (<fr.): meteimkes (Hasselt), pij: inn pè (Hasselt), pijtje: pekəs (Hasselt), pijkes (Hasselt), Et. pij. Zie ook afb. p.349.  pèèkes (mv.) (Hasselt), want: wantə (Hasselt) *pijkens: handschoenen zonder vingers || want, handschoen waarvan de vier vingers samen zitten [ZND 35 (1941)] || wanten, met duim maar zonder vingers [N 23 (1964)] III-1-3
warbouw warbouw: warbouw (Hasselt) Onregelmatige bouw van de raten. Men spreekt van warbouw als er van een evenwijdig verloop der raten geen sprake meer is. Door de invoer van de kunstraat zijn de raten strikt rechthoekig. Kunstraat heeft dan ook als functie warbouw te voorkomen. [N 63, 17c; N 63, 17a; N 63, 17d] II-6
warm zetten warm zetten: wɛrm zɛtǝ (Hasselt) Een te klein of zwak volk op een plaats zetten waar een sterk volk heeft gestaan. Men wil hierdoor afvliegende bijen van andere korven opvangen en het te zwakke volk weer sterk maken. [N 63, 94b] II-6
warmlopen warmlopen: wɛrmlūpǝ (Hasselt) Bijensterfte als gevolg van koolzuurvergiftiging. Tijdens het transport zitten de bijen opgesloten in korf of kast. Deze opsluiting en het schokken tijdens het rijden worden door de bijen als onaangenaam ervaren. Hun energie kunnen ze dan opkroppen en deze energie wordt omgezet in warmte. Kan deze niet weg, dan stijgt de temperatuur in de woning boven de normale. Men zegt dan: "de bijen lopen warm". Hierdoor kunnen de raten hun sterkte verliezen en kan het gebeuren dat men bij aankomst gesmolten was, dode bijen, dood broed en vervuilde honing op de bodemplank vindt. De imker moet ervoor zorgen dat er tijdens het reizen genoeg verse lucht in korf of kast kan komen. [N 63, 106] II-6
was was: wa.s (Hasselt), was (Hasselt) Afscheidingsprodukt uit de wasklieren van de bijen. Voorheen werd de bijenwas veel gebruikt als grondstof voor kaarsen. Momenteel wordt de bijenwas als grondstof vaak vervangen door plantenwas of belangrijk goedkoper te produceren chemicaliën. Nog steeds is de bijenwas van belang voor de bereiding van zalven, kosmetische produkten en boenwas, voor het modelleren van gietvormen en voor medische toepassingen. [N 63, 121a; JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 52; Ge 37, 145; monogr.] II-6
was bleken bleken: blē.kǝ (Hasselt) Gesmolten was kan nog donker van kleur zijn. Door de was enige malen over te smelten onder toevoeging van bepaalde chemicaliën als chloramine of waterstofperoxyde kan men de kleur doen bleken. Ook de zon kan het produkt meer doen bleken. Hiertoe wordt de vloeibare was uitgegoten op een waterbad met groot oppervlak zodat hij in een dunne laag stolt. De zon doet dan verder het blekende werk. [N 63, 131] II-6
was smelten was smelten: was smelten (Hasselt) Het winnen van was door een jute zak met raten in heet water onder te dompelen. De was komt door de mazen van de zak boven op het water drijven. Deze methode was te smelten is een van de eenvoudigste. [N 63, 130a; monogr.] II-6
wasbord schromp: schroe.mp (Hasselt), schronk: schroe.nk (Hasselt) wasbord III-2-1