e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hulp, bijstand hulp: iech krèè.g va nej.mand gin (h)è.llep  (h)è.llep (Hasselt) hulp III-1-4
hulst hulst: huls(t) (Hasselt) [DC 76 (2002)] I-7
hurken (zich) bukken: būkə (Hasselt), op zijn hukken gaan zitten: oͅp sən (h)øͅkə gōͅn zetə (Hasselt), zich op de hukken zetten: sīx obeͅ høͅkə zēͅtə (Hasselt), zich op zijn hukken zetten: zex oͅp sən (h)øͅkə zetə (Hasselt) hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)] || hurken: op zijn hurken (gaan) zitten [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
hutselen hutselen: WNT hutselen (variant op dit spel), Kil. hutselen, quatere, concutere (schudden, schokken), S. hutselen, freq. van hutsen schudden, schokken, verkwanselen (W.-Vl.), S. bijv. hetselen allerlei spel dat met geld geschiedt (Hasselt en elders), z. DC & T., deel III, pag. 60.  (h)itsele (Hasselt) Hutselen: Kansspel met muntstukjes werpen: wie het kortste vóór de lijn of op de lijn gooide, won alles wat achter de lijn lag; dan werd er kruis of munt gegooid om te zien wie wat vóór de lijn lag won. III-3-2
huur huur: ej.er (Hasselt), hej.er (Hasselt) huur III-2-1
huurcontract tuis: toa.s (Hasselt) huurcontract III-2-1
huurhuis gehuurd huis: geheird heues (Hasselt), gəeͅi̯ərt ø͂ͅs (Hasselt) huurhuis [ZND 27 (1938)] III-2-1
huurpenning werdel: WNT: werdel - wordel, weerdel, werrel, warrel, weddel -, 1) Spinschijfje, b) Een derg. voorwerp als onderpand of teeken van contract gegeven bij het aangaan van een dienstverplichting (en bij feitelijke indiensttreding omgeruild tegen het drinkgeld, de godspenning vand. ook: drinkgeld, fooi, godspenning.  wjoͅl (Hasselt) Hoe noemt men de huurpenning (geldstuk door boeren aan dienstpersoneel gegeven bij t huren)? [ZND 16 (1934)] III-3-1
huwelijk huwelijk: héúlék (Hasselt), trouw, de -: nen trōē: (Hasselt) een huwelijk || huwelijk [ZND 01 (1922)] III-2-2
huwelijksgeschenk bruidsstuk: brōēə.dstèk (Hasselt) bruidstuk, huwelijkscadeau III-2-2