e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraaltjes parels: pi’ja.lə (Hasselt) kraaltjes [RND] III-3-2
kraambed kinderbed: kèngerbèd (Hasselt, ... ), znd 1 a-m; znd 1u, 135  kinnerbed (Hasselt, ... ) kraambed || kraambed (in het - (ge)komen) [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] III-2-2
kraan van de metalen gierton kraan: kr˙ān (Hasselt) De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.] I-1
kraanvogel kreinekraan: jongere vorm  krɛ̄inəkrān (Hasselt), krienekraan: krej.nekrḁḁ.n (Hasselt), krienekraan (Hasselt), krienekraon (Hasselt), krii̯ənəkrān (Hasselt), krīē.nekrḁḁ.n (Hasselt), krīnəkrān (Hasselt), oudere vorm  krinəkrān (Hasselt), kroenekraai: krunekrê (Hasselt) kraanvogel [ZND 01 (1922)], [ZND 17 (1935)] || kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)] III-4-1
krabben dabben: dabben op zene kop (Hasselt), B.v. op zenne kop / en zen hoor dabbe.  dabə (Hasselt), krabben: krabbe (Hasselt), krabə (Hasselt, ... ), kretsen: kretse (Hasselt), kreͅtsə (Hasselt), schuren: schuren (Hasselt), sxouərə (Hasselt) krabben [ZND 01 (1922)] || krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
krabsel overschot: ēvǝrsxø̄t (Hasselt) Deeg dat zich aan de zijkanten en op de bodem van de trog heeft vastgezet. [N 29, 21a] II-1
krakeling krakeling: Syst. Frings  kraklɛ͂ (Hasselt) Krakeling (britsel, ring?) [N 16 (1962)] III-2-3
krakende schoen schoen die nog niet betaald is: sXuən de noͅX ne bətalt sen (Hasselt) schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)] III-1-3
kramer kramer: leurder op de markt  kriemer (Hasselt), verkoopt op volksmarkt zijn waren  krieëmer (Hasselt) Kramer. [ZND 36 (1941)] III-3-1
krampig (het heeft) krampen: kra.mpǝ (Hasselt), krāmpǝ (Hasselt), krampig: kręmpex (Hasselt) Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c] I-9