18340 |
leren beenkap |
get:
getə (Q002p Hasselt)
|
lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18653 |
leren muts die onder de kin wordt gesloten |
ijsmuts:
eͅsmøts (Q002p Hasselt)
|
muts, op bivakmuts gelijkende lederen ~ die onder de kin met een knoop wordt gesloten [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19125 |
leugen |
leugen:
[ontrondingsgebied: leugen -> liegen]
da’s en leege (Q002p Hasselt)
|
Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
21554 |
leugen / gelogen |
gelogen (volt.deelw.):
da’s geleuge (Q002p Hasselt),
da’s geleugen (Q002p Hasselt)
|
Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
19383 |
leunstoel |
leningstoel:
lēneŋstōəl (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt)
|
een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
21341 |
leurder |
bedelaar:
biedelier (Q002p Hasselt),
leurder:
lierder (Q002p Hasselt),
ps. omgespeld volgens Frings.
lērdər (Q002p Hasselt),
nə lērdər (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
rondloper:
roŋluipər (Q002p Hasselt),
schooier:
schoeier (Q002p Hasselt)
|
een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] || koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21431 |
leuren |
de commerce (fr.) opgaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
də kəmeͅrzoͅpxōͅn (Q002p Hasselt),
eropuit gaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
təroͅpøətgōͅn (Q002p Hasselt),
kramen:
ps. omgespeld volgens Frings.
krūmə (Q002p Hasselt),
leuren:
ps. omgespeld volgens Frings.
lērə (Q002p Hasselt)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20198 |
leven |
leven:
znd 34, 82a;
lieëve (Q002p Hasselt)
|
leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)]
III-2-2
|
20188 |
leven (zn) |
leven:
levə (Q002p Hasselt),
liejeve (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
lieve (Q002p Hasselt),
lieëve (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt,
Q002p Hasselt),
lië.ve (Q002p Hasselt),
lîevə (Q002p Hasselt)
|
leven || leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34]
III-2-2
|
17568 |
levend vlees onder de huid |
bloedvlees:
d bloͅuət flis (Q002p Hasselt),
leven, het -:
t liəvə (Q002p Hasselt),
levend vlees:
`t levend vlees (Q002p Hasselt)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|