e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

Gevonden: 5340
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beitsen beitsen: bē̜tsǝ (Hasselt) Hout kleuren met behulp van beits. [N 67, 66h; monogr.] II-9
bek bek: bek (Hasselt), beͅk (Hasselt), muil: mø͂ͅl (Hasselt, ... ) bek [Willems (1885)], [ZND m] || muil [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)] III-4-2
bek van de schaar bek: bɛk (Hasselt) Met de bek van een ploegschaar wordt de punt, het spits toelopende voorste deel bedoeld. De schaar is zodanig aangebracht, dat de bek op of vlak voor de spits van de ploegzool staat. Voor wat de termen neus, naas, snuit en spits betreft, zie men ook wat daarover in het lemma ploeghoofd wordt opgemerkt. [N 11, 31.I.b + 33b + 38 add.; N 11A, 85c + 87a + 88a + 89a add; monogr.] I-1
bekennen bekennen: bekènne (Hasselt) bekennen III-1-4
beker beker: bē.kər (Hasselt) beker [ZND m] III-2-1
bekeuren proces maken: ə pərces maake (Hasselt) beboeten [ZND 36 (1941)] III-3-1
bekostigen? bekostigen: ps. omgespeld volgens Frings.  bəkoͅstegə (Hasselt), bəkoͅsteͅgə (Hasselt), bəkoͅstəgə (Hasselt) Betekenis en uitspraak van: het werkwoord bekostigen = betalen, b.v. "dat kan ik niet bekostigen? [bekostigen, beköstigen?] [N 21 (1963)] III-3-1
bellefleur bellefleur: appel  bèlfleer (Hasselt), schaapsmuiltje: ook wel "keulemannekes"; fr. gueule de mouton  schoapsmèlkes (Hasselt) appel, soort || bellefleur I-7
bellen aan het haam bellen: bɛlǝ (Hasselt), bellenkrans: bɛlǝkrans (Hasselt), belletjes: bɛlǝkǝs (Hasselt) Aan het haam zijn wel eens bellen bevestigd, waarvan er soms meerdere een krans kunnen vormen. Kloters zijn grote, ronde, koperen of bronzen bellen. Rongeltjes bestaan uit een krans van zeven tot acht kleine belletjes in verschillende tonen. [JG 1d; N 13, 14; monogr.] I-10
bellen aan het hoofdstel bellen: bɛlǝ (Hasselt) Soms kunnen er aan een hoofdstel bellen bevestigd worden, maar meestal gebeurt dat niet bij boerenpaarden. [N 13, 39] I-10