e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naald naald: nǫjlt (Hasselt), nǫǝlt (Hasselt), nǭjlt (Hasselt), nǭltj (Hasselt) De naald is een draad gehard staal, voorzien aan de ene zijde van een spitse punt en aan de andere zijde van een oog om de draad door te steken. De kleermaker of naaister gebruikt ze om te naaien, te stoppen of te borduren. Men kent naalden in verschillende lengtes en diktes. De keuze van de naald hangt af van het beoogde doel, de draad en dikte van de draad en de dikte van de stof (Gerritse, pag. 26 en 27). [N 59, 11a; N 62, 49a; N 62, 49c; L 5, 2; L 8, 29; L B1, 76; Gi 1.IV, 13a; MW; Wi 6; S 25; monogr.] II-7
naaldenkoker naaldenkoker: naaldenkoker (Hasselt) Langwerpige koker voor het bewaren van spelden en naalden. Deze koker kan van hout zijn en kan wat krijtpoeder bevatten. Volgens de informant van L 416 worden naalden zo bewaard om naaldenroest tegen te gaan. De informant van Q 111* vermeldt dat men daar talkpoeder gebruikt in plaats van krijtpoeder. [N 59, 13b; N 62, 70; Gi 1.IV, 63; monogr.] II-7
naar de ram brengen leiden: lēn (Hasselt) Het vrouwelijk schaap laten bevruchten door de bok. [N 77, 33; N 77, 32; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
naar huis gaan naar huis gaan: nōwe gaôn ig no hōuz (Hasselt), naar thuis gaan: neu gaôn ich naô thuis (Hasselt) Wat zegt men in uw dialect? Nu ga ik naar huis. [ZND 48 (1954)] III-1-2
naar links haar: hār (Hasselt), haar-eweg: hār ǝwɛx (Hasselt) Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.] I-10
naar rechts hot: hǫt (Hasselt), hut: hyt (Hasselt), hut-eweg: hyt ǝwęx (Hasselt) Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.] I-10
nachtegaal nachtegaal: nachtegaal (Hasselt), nachtegḁḁl (Hasselt), nachtegâl (Hasselt), naxtəgāl (Hasselt, ... ) nachtegaal [Willems (1885)], [ZND 05 (1924)], [ZND 39 (1942)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)] III-4-1
nachthemd nachthemd: nagĕmə (Hasselt), naghemə (Hasselt), slaaphemd: sloͅphemə (Hasselt), slaapkiel: sloͅpkejl (Hasselt), sloͅpkiəl (Hasselt) nachthemd [N 25 (1964)] III-1-3
nachtjapon slaapkiel: sub slaap, ss.  sloapkej.el (Hasselt), slaapkleed: slōͅpklīt (Hasselt), sloͅpklit (Hasselt, ... ) #NAME? || nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtkleren nachtkleren: nagkliər (Hasselt), nagklīəR (Hasselt), slaapkleren: sloͅpklīr (Hasselt) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3