e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ritssluiting tirette (fr.): tirette (Hasselt), Fr. tirette.  tie`rèt (Hasselt) rits, ritssluiting || Ritssluiting [DC 64 (1989)] III-1-3
rode aalbes hanenberen: hḁ.nebe.re (Hasselt), rode beertjes: aalbessen  rōēëj bee.rkes (Hasselt), witte en rode bessen  rōēëj bee.rkes (Hasselt), rode beren: rooj beren (Hasselt), róej beire (Hasselt), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  ruj bērə (Hasselt), rode braamberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  rōēj brōēmbeer (Hasselt), sint-jansberen: sintjansbere (Hasselt), sintsjànsbeir (Hasselt) aalbes [ZND 01 (1922)] || rode aalbes [ZND 01 (1922)] || sint-jansbessen I-7
rode biet biet: bęi̯t (Hasselt) Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.] I-5
rode klaver rode klaver: rūǝi̯ǝ [klaver] (Hasselt), tamme klaver: tāmǝ [klaver] (Hasselt) Trifolium pratense L. Een 15 tot 50 cm hoge plant met paarsrode of roze bloemhoofdjes, die van juni tot de herfst bloeien. Rode klaver wordt vooral als veevoeder geteeld. Rode klaver gedijt, overigens evenals witte klaver, het best "onder dekvrucht", d.w.z. dat het tegelijk met een winterkoren wordt gezaaid en dan pas opkomt wanneer die dekvrucht in de herfst is geoogst. In het volgende seizoen wordt de klaver dan geweid of enkele malen gemaaid. Rode klaver is wat "kieskeuriger" dan witte klaver, stelt hogere eisen aan de grond, maar schiet goed recht op en laat zich gemakkelijker maaien. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
rode koe rode: ruǝi̯ (Hasselt), vurig rode: virex rui̯ (Hasselt) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 124] I-11
rode koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Hasselt) [N 3A, 125a] I-11
rode kool rode kool: ro.je koel (Hasselt), roeie koe-el (Hasselt), roeie koeël (Hasselt), roeie kouil (Hasselt), roeije koeël (Hasselt), roeje koeël (Hasselt), rooije koeël (Hasselt), roͅi ky(3)̄l (Hasselt), rui kil (Hasselt), ruijəkul (Hasselt), ruje kūəl (Hasselt) rode kool [ZND 34 (1940)] || Rode kool (als plant of gewas) [Goossens 1b (1960)], [Lk 05 (1953)], [ZND 34 (1940)] I-7, III-2-3
rode renet, sterappel rode: rōēëje (Hasselt), ster: staar (Hasselt) sterappel || sterappeltjes I-7
roede pezerik: pei̯.zǝrek (Hasselt) Mannelijk geslachtsdeel. [N 76, 14; monogr.] I-12
roek veldkraai: vɛltkrā (Hasselt) roek (46 bekende vogel; zwart met paarsige glans; kale rand boven aan de snavel; broedt in kolonies; leeft in troepen; roep [kao-kao-kao], [waaak] [N 09 (1961)] III-4-1