e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rundvleessoep bouillon: Syst. Frings  bulioͅn (Hasselt), bəljoͅŋ (Hasselt, ... ) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
rups rups: raĕps (Hasselt), roeps (Hasselt), rups (Hasselt), rupsel: roepsel (Hasselt), ropsəl (Hasselt), rupsel (Hasselt, ... ) groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)], [Willems (1885)], [ZND 06 (1924)] || rups rups [DC 46 (1971)] III-4-2
rups (kermis) rupsel: Ènne roepsel zitte.  roepsel (Hasselt) Rups: 2. Op- en neergaand zitcarrousel op de kermis. III-3-2
rustperiode in de winter winterslaap: węjntǝrslǭp (Hasselt) Periode van inactiviteit der bijen tijdens de winter. Met uitzondering van de darren overwintert het gehele bijenvolk. Een slaap is het niet te noemen. Er wordt namelijk wel voedsel opgenomen en verteerd, zij het in uiterst kleine hoeveelheden. Er zit ook enige beweging in de tros bijen. Hoe kouder het wordt, hoe dichter de bijen opeendringen. In het midden zit de koningin, omringd door een aantal jonge bijen. [N 63, 54a; N 63, 54b] II-6
ruw gekloven: gəkløvə (h)an (Hasselt), wintergezicht: wèntergeziech (Hasselt), winterhanden: wènter(h)aân (Hasselt), wènterhaan (Hasselt) hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)] || kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
ruw, hard ruw: da es ne ruen kiaal (Hasselt), das enne rueuen kjal (Hasselt), das n reuen kjäl (Hasselt), dat is een rauwe dievel (Hasselt) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] III-3-1
sabbelen sabberen: zabbere (Hasselt), zabberen (Hasselt), zabərə (Hasselt), zeͅbərə (Hasselt), sutsen: søtsə (Hasselt), zeveren: zeveren (Hasselt) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacramentshuisje zijaltaar: zijaltaar (Hasselt) Het sacramentshuisje, een vrijstaande of in de muur uitgespaarde kast waarin de geconsacreerde Hosties bewaard worden. [N 96A (1989)] III-3-3
sacramentsprocessie sacramentsprocessie (<lat.): de sacrementspercesse (Hasselt), sacramentspressese (Hasselt) Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)] III-3-3
sacristie sacristie: sakristie (Hasselt) Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3