| 18681 |
sierlijke omslagdoek |
chalon (fr.):
www.granddictionnaire.com: chalon, eq. Eng. shalloon: - A 2/2 twill-weave cloth made from crossbred worsted yarns, used as a lining for coats, liveries, etc. - A lightweight, loosely woven woolen fabric made with a two up, two down twill. Notes: ((Name derived)) from Châlon-sur Marne. Uses: coat linings and dresses.
šalo͂ͅ (Q002p Hasselt),
vlaamse sjaal:
vlamsə šal (Q002p Hasselt)
|
omslagdoek, sierlijke ~ met franjes, thans nog wel in gebruik als kapstok- of tafelkleedje [draadjesneusdoek, fraanjeldook] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 20879 |
sigaar |
sigaar:
siegaar (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
sigaar (Q002p Hasselt),
sigār (Q002p Hasselt)
|
sigaar [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
| 20881 |
sigarettenpijpje |
porte-cigarette:
Verklw. pótsiegarètsje
pótsiegarèt (Q002p Hasselt)
|
sigarettenpijpje
III-2-3
|
| 24242 |
sijs |
sijs:
sāēs (Q002p Hasselt),
sijsje:
saaske (Q002p Hasselt),
sāskə (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
jongere vorm
sēͅskə (Q002p Hasselt),
oudere vorm
sāskə (Q002p Hasselt)
|
sijs [Willems (1885)], [ZND m] || sijs (12 groenig, maar man heeft zwart petje en sikje; alleen trek- en wintervogel, dan in dichte danszwermen, meest bij elzen; zeer geliefde kooivogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
| 28694 |
sikkel |
sikkel:
sekǝl (Q002p Hasselt),
sikǝl (Q002p Hasselt),
zekel:
zei̯.kǝl (Q002p Hasselt),
zikkel:
zī.kǝl (Q002p Hasselt)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
| 28416 |
simplexkast |
simplex:
simplex (Q002p Hasselt)
|
Een van de vele soorten bijenkasten. De Simplexkast is uitgerust met het zogenaamde Simplexraam, dat een breedte/lengte heeft van 356 mm en een hoogte van 216 mm. Ze kan enkel- of dubbelwandig zijn (De Roever, pag. 189). Het Simplexraam behoort tot de liggende groep van ramen. Ondanks de vele tekortkomingen, zoals een te klein vlieggat, te dun hout en een te klein dak, heeft de Simplexkast een enorme vlucht genomen meer door haar goedkoopte dan door kwaliteit. Aan de Engelse Simplexkast kleven die tekortkomingen minder. In Nederland heeft men nog een Verbeterde Simplex op de markt gebracht waarin de ergste gebreken van de Simplexkast zijn vermeden. [N 63, 9]
II-6
|
| 20791 |
sinaasappel |
appelsien:
appelsēijen (Q002p Hasselt),
appelsi-jen (Q002p Hasselt),
appelsien (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
ápəlsei̯n (Q002p Hasselt),
ápəlseən (Q002p Hasselt)
|
sinaasappel [DC 48 (1973)], [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|
| 33981 |
singel |
singel:
seŋǝl (Q002p Hasselt),
singelbestoot:
seŋǝlbǝstuǝt (Q002p Hasselt),
singelriem:
seŋǝlrī.m (Q002p Hasselt),
zadelsingel:
zālseŋǝl (Q002p Hasselt)
|
Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.]
I-10
|
| 33993 |
singel voor de paardedeken |
stalsingel:
stalseŋǝl (Q002p Hasselt)
|
Riem rond de buik van het paard die dient om de paardedeken op zijn plaats te houden. [N 13, 92]
I-10
|
| 23429 |
sint-jozefaltaar |
zijaltaar:
zijaltaar (Q002p Hasselt)
|
Het (zij)altaar dat is toegewijd aan de H. Jozef en waarop of waarboven zijn beeltenis zich bevindt [St.Jozef-altaar]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|