e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sproeten sproetelen: spreͅuətələ (Hasselt), sproeten: `spru.ətə (Hasselt), sprouwte (Hasselt) sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
sprookje vertelseltje: e vertelselke (Hasselt), een vertelselke (Hasselt), vertelselke (Hasselt, ... ) hoe heet een kindervertelsel ? kent ge nog een woord sage ? (uitspraak) [ZND 42 (1943)] III-3-1
spruitkool, spruitje spruitje: sprēͅtšəs (Hasselt), sprèè.tsjes (Hasselt) [ZND m]spruitjes I-7
spruitpot spuitketel: spētkētǝl (Hasselt), spuitpot: spē̜tpǫt (Hasselt) Pot waarin men koren kookt, zodat het gaat zwellen. Vervolgens voert men dit aan beesten met name aan het paard. [N 18, 129] I-11
staakbonen staakbonen: stoakbóen (Hasselt) staakboon I-7
staande lamp lampadaire (fr.): la͂padēͅr (Hasselt), Fr. lampadaire  la͂padēͅr (Hasselt) schemerlamp III-2-1
staart staart: sta.t (Hasselt), start (Hasselt, ... ), stat (Hasselt), stàrt (Hasselt), stāt (Hasselt), staartje: stertje (Hasselt) [A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [ZND 07 (1924)] || staartje [ZND 38 (1942)] || Zie afbeelding 2. [JG 1a, 1b, 2c; monogr.] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60] I-11, I-12, I-9, III-4-2
staartkoord bindel: bē̜ŋǝl (Hasselt) Koord waarmee men op stal de staart van de koe vastbindt. [N 3A, 14g] I-11
staartkwast kwispel: kwespǝl (Hasselt), kwēspǝl (Hasselt) Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114] I-11
staartriem staarttoom: sta.ttum (Hasselt) Riem die onder de staart van het paard doorloopt en aan het haam of aan het borsttuig is vastgemaakt als het paard geen zadel draagt. Dit onderdeel van het paardetuig was al aan het verdwijnen in de laatste fase van het met kar en paard rijden. Het belet dat het haam naar voren schuift als het paard het hoofd buigt. [JG 1b, 1c, 2b, 2c; monogr.] I-10