e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stomphoorns stompen: stumpǝ (Hasselt), stomphoorns: stumphø̄rǝs (Hasselt) Afgebrokkelde of slecht ontwikkelde hoorns. [N 3A, 106c] I-11
stoofkarbonade hasseltse karbonade: Syst. Frings  ēͅsəlsə keͅrbənai̯ə (Hasselt), ēͅsəlsə keͅrmənai̯ə (Hasselt), hasəltsə kɛrməna͂i̯ə (Hasselt) Gemarineerd rundvlees, bereid met azijn, olie en kruiden (bufflamood, zoerbrèùtje?) [N 16 (1962)] III-2-3
stoofvlees, zuurvlees stoofsel: steufsel (Hasselt), Syst. Frings  stø.fsəl (Hasselt) Gemarineerd rundvlees, bereid met azijn, olie en kruiden (bufflamood, zoerbrèùtje?) [N 16 (1962)] || stoofvlees III-2-3
stookgat van de oven ovenmuil: [oven]mø̜̄ǝl (Hasselt) De benaming voor het stookgat van de oven dat voorzien is van een ijzeren deurtje. Vergelijk het lemma "ovenmond" in aflevering II.1, pag. 71. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 79b] I-6
stookhuis, plaats voor de veevoerkookketel stookhuis: stø̄k(h)ø̜̄ǝs (Hasselt), stø̄kø̜̄ǝs (Hasselt) De plaats in de stal, of de ruimte vooraan in de stal, waar de veevoerkookketel staat. Soms heeft men geen aparte ruimte voor dit doel en kookt men het veevoer in de bijkeuken. In andere gevallen, zoals in K 358 staat deze ketel meestal buiten, of, zoals vermeld in L 360, heeft men er een apart gebouwtje voor naast de stal. Dikwijls ook kookt men in het bakhuis, waar ook het brood gebakken wordt (L 426), vandaar de frequente (bakhuis)-opgaven; vergelijk de kaart. Zie voor de fonetische documentatie van enkele van deze (bakhuis)-opgaven het lemma "bakhuis" (3.1.2). Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [N 5A, 35c en 60c: L 1, a-m; S 50; monogr.] I-6
stoomwassmelter stoomwassmelter: stoomwassmelter (Hasselt) Toestel om was te smelten waarbij gebruik gemaakt wordt van stoom. Een waskanon is een stoomwassmelter. Het bestaat uit twee op een pan in elkaar gemonteerde bussen, waarvan de binnenste geperforeerd is. De ruwe raat wordt enige etmalen geweekt, waardoor het ergste vuil loslaat. De massa wordt in stukjes gebroken, in de binnenste cilinder gestopt, de pan wordt voor de helft met water gevuld en het geheel wordt op het vuur gezet. De hete stoom smelt de raat, de vloeibare was loopt door een tuitje uit het toestel en kan opgevangen worden op een heetwaterbad. Vervolgens laat men de waskoek langzaam afkoelen (De Roever, pag 284). Volgens de informant van Q 253 bestaat dit toestel niet in zijn streek. [N 63, 129b] II-6
stootring as: as (Hasselt), houten as: ǭtǝn as (Hasselt) Verdikking van de as tussen de asarm en het asblok waardoor het wiel op een veilige afstand van het asblok gehouden wordt. De stootring kan met de as worden meegegoten maar er ook als een los element om bevestigd zijn. [N 17, 52 + 54 + add; N 18, 98d + 99; N G, 49a, 53f; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; L 20, 20a; L 39, 21 + 22; A 4, 20a; Wi 15; monogr.] I-13
stop, zekering plomb (fr.): plo͂ (Hasselt) stop, smeltzekering III-2-1
stopcontact prise (fr.): Fr. prise (de courant)  prīēs (Hasselt) stopcontact III-2-1
stopmes stopmes: stǫpmęs (Hasselt) Het, meestal houten, werktuig waarmee de biezen en lissen tussen de bodemplanken en tussen kroos en bodem te duwen. In Kortessem (Q 74) werd als stopmes een rond keukenmes gebruikt. [N E, 54b] II-12