e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

Gevonden: 5340
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bladerdeeg schilferdeeg: schiffeldīēg (Hasselt), Syst. Frings  sxefəldix (Hasselt) bladerdeeg || Pastei van bladerdeeg, vol au vent (vollevang?) [N 16 (1962)] III-2-3
bladhoning honingdauw: hø̄ǝneŋdø̄. (Hasselt) Het zoete, kleverige vocht op takken en bladeren, afkomstig van bepaalde luizen, dat de bijen soms naar hun korven of kasten brengen. Bladhoning is vaak zeer donker van kleur. In drachtpauzes kan bladhoning de bijen soelaas bieden. [N 63, 113; N 63, 112b; monogr.] II-6
bladrozet van de paardebloem cichorei: chicorei (Hasselt), -  chicorée (Hasselt), molsalade: mòlsloat (Hasselt), wilde suikerijsalade: wildžə sukerijsla:t (Hasselt), Voor de plant.  wilde suikerijsalaad (Hasselt) paardebloem [ZND 15 (1930)] || paardebloem, bladrozet van III-4-3
blaffen bellen: biljə (Hasselt), blaffen: blaffe (Hasselt), blatsen: blatse (Hasselt), blatsə (Hasselt) blaffen [Goossens 1b (1960)], [Willems (1885)] III-2-1
blaker blaffertje: blafərkə (Hasselt), blaker: blaker (Hasselt), blākər (Hasselt), kelderrat: kalderrat (Hasselt) blaker || het pannetje, van een oor voorzien, waarop de kaars wordt gezet [ZND 36 (1941)] || opgerolde wasrol, of: blaker en kaars III-2-1
blanke raat meiraat: meiraat (Hasselt) De in mei gemaakte blanke of maagdelijke raat of raten die nog niet voor broeden hebben gediend. De raat is nog wit van kleur. [N 63, 13f] II-6
blaren blaasjes trekken: trø̄kt˱ blȳskǝs (Hasselt), blazen: blǭst (Hasselt), blǭzǝ (Hasselt) Het verschijnsel waarbij een verflaag plaatselijk van de ondergrond loslaat en er zwellingen ontstaan. Het blaren kan verschillende oorzaken hebben. De voornaamste zijn: vocht in het geschilderde materiaal en slechte hechting van de verflaag aan het materiaal. [L 32, 78; monogr.] II-9
blaten bee: bē̜ (Hasselt), blaken: blākǝ (Hasselt), bleten: blɛtǝ (Hasselt) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauw oog blauw oog: bl"ūx (Hasselt), bleu oeg (Hasselt) Als iemand een klap op zijn oog heeft gehad, is zijn oog verkleurd. Hoe noemt u zon oog? [DC 52 (1977)] III-1-2
blauwe bosbes bosbeer: verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2  bosbeer (Hasselt), krokkebes: krokkebèès (Hasselt) bosbes || bosbes, alg. [ZND 01 (1922)] III-4-3