e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verdriet; verdriet doen leed: lieəd (Hasselt), līt (Hasselt), iech (h)èb veel lȉd gad bè da kè.nd: dat kind heeft me veel last bezorgd Da¯s gi lȉd: dat kost geen moeite  līēd (Hasselt) leed [ZND 01 (1922)] || leed, moeite, last, moelijkheden III-1-4
verdrogen afnemen: (de koe) nimp˱ āf (Hasselt), afnemen van de melk: (de koe) nemb˱ āvánǝ mē̜lǝk (Hasselt), nalaten: nǭlǭtǝ (Hasselt) Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a] I-11
verdwenen eweg: ewég (Hasselt) weg III-1-2
verenigen van zwermen bijeenslaan: bęjiǝnslǭn (Hasselt), omkorven: emkɛrvǝ (Hasselt) Wanneer een afgezwermd of afgejaagd volk of een opzetter in de winter te zwak is geworden, wordt dit volk of die opzetter verenigd met andere volken. Ook moet men vaak volken verenigen, wil men op het einde van het bijenjaar zoveel mogelijk nieuwe volken hebben. Bij het verenigen van twee volken moeten zij dezelfde geur krijgen om afstoting en gevechten te vermijden. Hiervoor kan de imker gebruik maken van verschillende technieken. Hij kan de bijen besproeien of besprenkelen met een geurafscheidende vloeistof of met suikerwater, of de bijen beroken. Het urineren in kasten of korven om eenzelfde geur te krijgen is een verouderde methode. De informant van L 271 zegt dat oude imkers vroeger een voor- en nazwerm in een lege korf deden. Dan ging er een doek over. Vervolgens werd de korf beplast, waarna hij geschud werd. Ook Eeckhout (pag. 191) vermeldt dit gebruik voor één plaats (Geraardsbergen), maar zegt dat deze methode zo goed als uitgestorven is. [N 63, 95a, N 63, 95b; N 63, 95c; N 63, 97; monogr.] II-6
verf verf: vęrǝf (Hasselt) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
verfkrabber grattoir: grat`twā.r (Hasselt) Werktuig om oude verflagen droog te verwijderen en afgebrand werk schoon te krabben. Verfkrabbers bestaan uit een haaks op een steel met handvat bevestigd blad, dat, afhankelijk van het werk, diverse vormen kan vertonen. De rand van het blad heeft een geslepen profiel. Zie ook afb. 97. [N 67, 56a; monogr.] II-9
verflaag couche: kuš (Hasselt), laag: lǭx (Hasselt), laag verf: lōx ˲vɛrǝf (Hasselt) Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.] II-9
verfrommelen verfrommelen: verfroemele (Hasselt, ... ), vərfroemmelen (Hasselt), verfronselen: verfronselen (Hasselt) (papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-1-2
vergaring vergaring: vǝrgiǝreŋ (Hasselt) De verbindingen of de raakvlakken tussen de uiteinden van de velgblokken. [N 17, 66; N G, 45c, monogr] I-13
vergeet-mij-nietje hemelbloemetje: (h)ej.melblimke (Hasselt), hi-jmelblimke (Hasselt), hèmelblimke (Hasselt) vergeet-mij-niet || vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)] III-4-3