e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

Gevonden: 5340
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boezem kom-eens-voor: koemensvéé.r (Hasselt) vrouwenboezem, gevulde vrouwenboezem III-1-1
boezeroen boezeroen: buəzərun (Hasselt), voordoek: viering (Hasselt) boezeroen [ZND 01 (1922)] || boezeroen, blauwlinnen of katoenen (boeren)overhemd [boezeloen, bazeoren, bazzeroel] [N 23 (1964)] III-1-3
bof dikoor: Wangzwelling.  diekōēër (Hasselt) bof III-1-2
bok van het rijtuig huifschei: ufsxē (Hasselt) Zitplaats voor de koetsier of de voerman. Alleen bij het rijtuig vormt de bok een vast onderdeel. Bij de kar en de wagen wordt soms een plank tussen de berries gelegd die als ge√Ømproviseerde zitplaats dient. Uit vragenlijst N 101, waar gevraagd werd naar de zitplaats van de voerman van een rijtuig, kwamen vrijwel uitsluitend opgaven van het type bok. [N 17, 38a-b + 40 + add; N G, 58d; N 101, 18a; monogr.] I-13
bokking bokkem: beikem (Hasselt), beͅkəm (Hasselt, ... ), bokking: bèkking (Hasselt), bøkiŋ (Hasselt) bokking || bokking (gerookte haring) [ZND B2 (1940sq)] || bokking, gerookte haring [ZND 24 (1937)] III-2-3
bolhoed: algemeen bolhoed: boͅl(h)uət (Hasselt), boͅlhuət (Hasselt), boͅluwt (Hasselt) bolhoed [N 25 (1964)] III-1-3
bolhoed: spotnamen hondskot: (h)oͅndskoͅt (Hasselt), hoͅnskoͅt (Hasselt), oͅnskoͅt (Hasselt) bolhoed: spotbenamingen [ketspeng, tiets, hardhoutere] [N 25 (1964)] III-1-3
bolle wangen bobbelwangen: bubəlwaŋə (Hasselt), dikke wangen: dikke wange (Hasselt), gesput: gəspēt (Hasselt), melkmik: meləkmik (Hasselt), opgeblazen kaken: oͅpxəblōͅzə kjakə (Hasselt), volle maan: vol mōn (Hasselt), voͅl mōͅn (Hasselt) wang: bolle wangen [toetwange, zwabberkaken, volle maan] [N 10 (1961)] III-1-1
bollen bollen: bǫlǝ (Hasselt), klampen: klampǝ (Hasselt), rollen: rǫlǝ (Hasselt) Afgezaagde stukken boomstam die ongeveer de lengte van een duig hebben. Zie ook afb. 205 en het lemma ɛstuk boomstamɛ in de paragraaf over de vaktaal van de houtzager. Het afkorten wordt gedaan met behulp van de trek- of boomzaag. Zie ook het lemma ɛtrekzaagɛ, ɛboomzaagɛ in de paragraaf over de vaktaal van de houtzager.' [N E, 6b] II-12
bolletjes stuifmeel pollen: pollen (Hasselt) Bolletjes stuifmeel in het korfje aan de beide achterpoten van de bij. [N 63, 44c; Ge 37, 94] II-6