e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

Gevonden: 5340
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
champignon champignon: sjampeljóng (Hasselt) champignon III-4-3
chic chic (fr.): sjiek geklȉd  sjiek (Hasselt) chic III-1-4
chocolade chocolade: sjəkla͂t (Hasselt), fondant: fo͂da͂ (Hasselt) chocolade || fondant, zwarte chocolade III-2-3
ciborie ciborie (<lat.): ciborie (Hasselt) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] III-3-3
cichorei bitterwortel: bètterwòttel (Hasselt), cichorei: chicorai (Hasselt), sekrùi (Hasselt), sjikkorei (Hasselt), paardenbloemsla  sjiekerèè (Hasselt), prot: prot (Hasselt) cichorei [ZND 01 (1922)] I-7
circus cirque (fr.): n si.rrek (Hasselt), Fr. cirque.  ci.rrek (Hasselt) Cirkus: 1. Circus. || een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel] [N 112 (2006)] III-3-2
colbertjasje pitje: petšə (Hasselt), veston (fr.): vestoͅŋ (Hasselt) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] III-1-3
commode, ladenkast cabinet: kabenèt (Hasselt), kabienèt (Hasselt), commode: kemeued (Hasselt), koͅmø&#x0304ət (Hasselt), kəmø&#x0304ət (Hasselt), Fr. commode  kommeued (Hasselt) commode || commode, latafel || ladenkast III-2-1
communiebank communiebank: kommuniebank (Hasselt) De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)] III-3-3
communiekleed communiebankkleed: kommuniebankkleed (Hasselt) Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)] III-3-3