33992 |
dekzeil |
deken:
dękǝ (Q002p Hasselt),
paardsdeken:
pi̯ats˱dękǝ (Q002p Hasselt)
|
Zeil dat de rug van het paard bedekt als het regent. [JG 1a, 1b]
I-10
|
33916 |
dempig |
dempig:
dɛ.mpex (Q002p Hasselt),
dɛ.mpǝx (Q002p Hasselt)
|
Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6]
I-9
|
24526 |
den |
den:
den (Q002p Hasselt),
deͅn (Q002p Hasselt)
|
den || denneboom [ZND m]
III-4-3
|
19048 |
denken |
denken:
Da dè.nk iech: Dat zou ik denken Of wat dach dzje: Of had je soms wat anders gedacht
dè.nke (Q002p Hasselt)
|
denken
III-1-4
|
24476 |
dennenappel |
dennenknop:
verzamelfiches; ook ZND01, u 31
denneknop (Q002p Hasselt)
|
dennenappel [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
22087 |
dennennaalden |
dennennaalden:
deͅnənuilə (Q002p Hasselt)
|
dennenaald [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
32961 |
derde grasoogst |
lektoemaad:
lęktø̜̄mǭt (Q002p Hasselt)
|
Het gras dat in de derde beurt wordt afgegraasd; vaak vindt men dezelfde naam als de derde hooioogst, die immers ook vaak wordt afgegraasd. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 129c]
I-3
|
32957 |
derde hooioogst |
derde snede:
drēdǝ snē (Q002p Hasselt),
lektoemaad:
lęktø̜̄mǭt (Q002p Hasselt
[(wordt door de beesten afgegraasd)]
)
|
Uitdrukkelijk gevraagd naar de derde hooioogst, gaven sommige informanten de volgende antwoorden; vaak werd deze derde oogst echter niet meer gemaaid maar door de koeien of schapen afgegraasd. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. [N 14, 128d]
I-3
|
19117 |
deugen |
deugen:
had klankwettig dee.ge moeten zijn Vgl. deegenejt
deu.ge (Q002p Hasselt)
|
deugen
III-1-4
|
19167 |
deugniet |
astrant jong:
astrant jink (Q002p Hasselt),
strant jienk (Q002p Hasselt),
astrant kind:
astrant kint (Q002p Hasselt),
strant kènd (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
in deze betekenis wordt gewoonlijk niet kind maar jienk (jong) gebezigd: e strant jienk
astrant kènd (Q002p Hasselt),
astranterik:
nastranteriek (Q002p Hasselt),
deugeniet:
ook materiaal znd 23,4
dēyəneĭt (Q002p Hasselt),
døgənit (Q002p Hasselt),
potverdoemmesen deegenejt
deegenejt (Q002p Hasselt),
deugniet:
ook materiaal znd 23,4
deegsneit (Q002p Hasselt),
ondeugd:
ondeeg (Q002p Hasselt),
stout jong:
stoa.t jie.nk (Q002p Hasselt),
stouterik:
stoa.teriek (Q002p Hasselt)
|
deugniet [ZND 01 (1922)] || een ondeugend kind [ZND 40 (1942)] || kent ge ook een woord of uitdrukking met dezelfde betekenis zonder het woord kind, b.v. een ondeugd, of iets dergelijks ? [ZND 40 (1942)] || stout joch || stouterik
III-1-4
|