e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hauset

Overzicht

Gevonden: 57

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlier holunder (du.): gecombineerd met ZND 8 055, idem  holunder (Hauset) vlierboom (sambucus nigra) [ZND 15 (1930)] III-4-3
voederen voeren: vūrǝ (Hauset) Het geven van voer aan het vee. [Wi 36; Wi 39; L A2, 370; RND 8, 97; S 20; Vld.; monogr.] I-11
wei wei: węi̯ (Hauset) In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.] I-8
wilde roos (hondsroos, enz.) hondsrozenstek: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok  huntsrūszəštek (Hauset), wilde rozenstek: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok  weͅlə rūszəštek (Hauset) egelantier [ZND 01 (1922)] III-4-3
winterwortelen moren: mūǝrǝ (Hauset) Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.] I-5
wortel wortel: wǫ.tsǝl (Hauset) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
zuurkool ingemaakt kappes: ēͅjəmāt kapəs (Hauset) zuurkool [ZND 08 (1925)] III-2-3