33182 |
inleggen (in een voor) |
zetten:
zętǝ (L352p Hechtel)
|
Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
25607 |
inschieten |
inschieten:
inschieten (L352p Hechtel),
schieten:
schieten (L352p Hechtel)
|
Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d]
II-1
|
34001 |
inspannen |
inspannen:
e.nspanǝ (L352p Hechtel)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
23605 |
introïtus |
intredezang:
intredezang (L352p Hechtel)
|
De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21562 |
italiaan |
italiaan:
det is ⁄n Itailaan (L352p Hechtel),
dès ne Italiaan (L352p Hechtel),
italiaander:
des nen Italiender (L352p Hechtel)
|
Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
23514 |
jaargetijde |
jaargetijde:
joorgetij (L352p Hechtel)
|
Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18259 |
jak |
jak:
jak (L352p Hechtel),
ják (L352p Hechtel),
jakje:
jekske (L352p Hechtel)
|
damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
ook materiaal znd 27, 44
zjaloers (L352p Hechtel),
zjaloersch (L352p Hechtel)
|
jaloers [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
hai is vaijer zennen jas en ;oeijer heur geld, vaijer zen kauw en vaijer zennen hond (L352p Hechtel),
jas (L352p Hechtel)
|
Jas. Hier is vader zn jas en moeder haar geld... [ZND 44 (1946)] || Zijn jas is helemaal vaal, op die van mij zitten vale plekken [DC 42B (1967)]
III-1-3
|
20561 |
jenever |
jenever:
jenaiver (L352p Hechtel)
|
jenever [ZND 01u (1924)]
III-2-3
|