23593 |
kosteres |
kosteres:
kosteres (L352p Hechtel)
|
Een vrouw die het kostersambt uitoefent [kosteres, kosterin, kosterse?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21339 |
kostganger |
kostganger:
kostganger (L352p Hechtel),
kostgenger (L352p Hechtel)
|
een kostganger (die bij anderen inwoont) [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
21550 |
kostschool |
pensionaat (<fr.):
pensionaat (L352p Hechtel)
|
kostschool [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
20650 |
kotelet, ribstuk |
karbonade:
kerəmənāiən (L352p Hechtel),
kotelet:
koͅrtəleͅtə (L352p Hechtel)
|
karbonaden [Goossens 1b (1960)] || koteletten [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
19276 |
koude drukte maken |
beslag maken:
beslaag maken (L352p Hechtel)
|
veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)]
III-1-4
|
18124 |
koudvuur |
koudvuur:
kaad vuur (L352p Hechtel)
|
Koudvuur: versterf van weefsel of lichaamsdelen door afsluiting van de bloedtoevoer; gangreen (vuur). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
18195 |
kous: algemeen |
kous:
gestrokke} koès (L352p Hechtel),
kaos (L352p Hechtel),
kous (L352p Hechtel),
koͅūs (L352p Hechtel),
een klank tussen a en o
kaos (L352p Hechtel)
|
kous (bedekt de voet en het been tot vlak onder of tot boven de knie) [ZND 16 (1934)] || Kous, een paar kousen. Bedoeld wordt het kledingsstuk dat gebreid of geweven wordt en de voet en het gehele been tot boven de knie bedekt (fr. bas) [ZND 48 (1954)] || Kous. Wat is de juiste uitspraak van kous (beenbekleding) ? [ZND 47 (1950)]
III-1-3
|
18794 |
kousenwol |
garen:
gaoren (L352p Hechtel),
serge (fr.):
*slecht leesbaar
serge (L352p Hechtel)
|
hoe heet het wollen garen waarmee kousen worden gebreid ? [ZND 42 (1943)]
III-1-3
|
19621 |
kouter |
kouter:
kō.tǝr (L352p Hechtel),
kouteren:
kō.tǝrǝn (L352p Hechtel)
|
Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.]
I-1
|
19231 |
kouwe drukte |
veel laweit:
veul lewet (L352p Hechtel)
|
veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)]
III-1-4
|