21506 |
liberaal |
blauwe, een -:
ne blaûn (L352p Hechtel),
’n blő-en (L352p Hechtel),
liberaal:
des ine liberaol (L352p Hechtel),
dè’s ne liberaol (L352p Hechtel),
hai is ’n libraol (L352p Hechtel)
|
Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
17540 |
lichaam |
buik:
bôk (L352p Hechtel),
lijf:
lijf (L352p Hechtel),
Gans het lichaam
lejf (L352p Hechtel)
|
het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)]
III-1-1
|
17971 |
lichaamskracht |
fors:
fors (L352p Hechtel)
|
Lichaamskracht (macht, fors). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
18084 |
lichaamsvocht |
water:
wátter inne krij (L352p Hechtel)
|
Lichaamsvocht ((lee)water, vocht). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
19353 |
lichtgeraakt, kregel |
krikkelig:
ook materiaal znd 28, 49
krikkelig (L352p Hechtel),
rap geraakt:
ook materiaal znd 28, 49
rap geraakt (L352p Hechtel)
|
kregel [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21473 |
lid van een vereniging |
lid:
een lid van een veriëneging (L352p Hechtel),
lid (L352p Hechtel, ...
L352p Hechtel)
|
Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
17656 |
lidmaat, ledematen |
lid, leden:
lee (L352p Hechtel)
|
Ledematen (leden, armen en benen). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
22750 |
lied, liedje |
lied:
lied (L352p Hechtel),
liedje:
likə (L352p Hechtel),
verkleinwoord
lieke (L352p Hechtel)
|
Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || Lied: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || liedje [RND]
III-3-2
|
19085 |
liegen |
liegen:
liegen (L352p Hechtel, ...
L352p Hechtel)
|
liegen [ZND 25 (1937)]
III-3-1
|
17647 |
lies |
lies:
lies (L352p Hechtel),
lis (L352p Hechtel),
liezen:
lizǝ (L352p Hechtel),
vang:
va.ŋk (L352p Hechtel)
|
de lies (plooi van de dij) [ZND 30 (1939)] || De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c]
I-12, I-9, III-1-1
|