e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
parochie parochie: `dorp`  z. toel. (Hechtel), `gemeente met een pastoor`  z. toel. (Hechtel) Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pasen pasen: pōͅschen valt laot (Hechtel), pösschen valt laaət (Hechtel) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] III-3-3
pasgeboren kalf nuchter kalf: nøxtǝrǝ [kalf] (Hechtel) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
passen passen: passe (Hechtel), passen (Hechtel, ... ) Passen. Nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen, mikken] [N 114 (2002)] || Passen. Wie een nieuwe jas bestelt laat zich de maat nemen en moet later naar de kleermaker om het kledingstuk te gaan ... Welk woord gebruikt uw dialect hier? (fr. essayer) [ZND 48 (1954)] III-1-3
pastinaak pasnaken: psnaken (Hechtel) pastinaak [ZND 05 (1924)] I-7
pastoor pastoor (<lat.): de pastoer (Hechtel), pəstu.ər (Hechtel) pastoor [RND] || Pastoor. [ZND 14 (1926)] III-3-3
patates frites friet: friet (Hechtel), frieten: fritte (Hechtel) de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] III-2-3
pateen pateen (<fr.): pateen (Hechtel) De pateen, gouden schaaltje op de kelk [patieën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
pater pater (lat.): pa.tər (Hechtel) pater [RND] III-3-3
patroonheilige, kerkpatroon patroon (<fr.): baas  ne baais (Hechtel), heilige  ne petroên (Hechtel), heilige (m)  patroën (Hechtel), heilige, de andere twee zijn onbekend  petroen (Hechtel) Een patroon: uitspraak. [ZND 40 (1942)] III-3-3