23447 |
rochet |
rok:
rok (L352p Hechtel)
|
Het korte witte kleed over de misdienaarstoog [rochet, rökkele?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33478 |
rode aalbes |
sint-jansberen:
sintjansbere (L352p Hechtel),
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4
sint-jansbeer (L352p Hechtel)
|
aalbes [ZND 01 (1922)]
I-7
|
33231 |
rode biet |
kroot:
krǫǝt (L352p Hechtel)
|
Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.]
I-5
|
24405 |
rode bosmier |
rode mierzeik:
rōj mirzēͅk (L352p Hechtel)
|
bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
20655 |
rode kool |
rode kool:
rooi keul (L352p Hechtel),
rooie kūl (L352p Hechtel),
rooije kuul (L352p Hechtel),
rooikeul (L352p Hechtel),
rooje kuël (L352p Hechtel)
|
rode kool [ZND 34 (1940)] || Rode kool (als plant of gewas) [ZND 34 (1940)]
I-7, III-2-3
|
34528 |
roep- en lokwoord voor de kip |
tiet, tiet, tiet:
tit, tit, tit (L352p Hechtel),
tjiep, tjiep, tjiep:
tjip, tjip, tjip (L352p Hechtel)
|
Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.]
I-12
|
34529 |
roep- en lokwoord voor het kuiken |
tjiep, tjiep, tjiep:
tjip, tjip, tjip (L352p Hechtel)
|
[N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.]
I-12
|
20819 |
roeren |
roeren:
ruren (L352p Hechtel)
|
In de soep roeren. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
19441 |
roestplek |
ijzermaal:
aizermaol (L352p Hechtel)
|
roestplek [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
19410 |
roet |
roet:
rōt (L352p Hechtel),
rut (L352p Hechtel)
|
rookzwart onderaan een ketel [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|