e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rundvee beesten: bestǝ (Hechtel), vee: viǝ (Hechtel) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rups koolrups: ky(3)̄lrupsə (Hechtel), koolworm: ky(3)̄lwərm (Hechtel), rups: rops (Hechtel, ... ), rups (Hechtel) groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)], [ZND 06 (1924)] || rups rups [DC 46 (1971)] III-4-2
ruw opengesprongen: opegesprongen (Hechtel), ruw: rauw haan (Hechtel), rou van ne wind (Hechtel) hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)] III-1-2
ruw worden springen: de handen springen (Hechtel) hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)] III-1-2
ruw, hard ruw: d`es ne rauwe mins (Hechtel), des `n rauwen kèrel (Hechtel) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] III-3-1
ruzie maken ruzie maken: ze zijn wier an⁄t ruzie maken (Hechtel) Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)] III-3-1
sacramentsprocessie sacramentsprocessie (<lat.): sacramentsprocessie (Hechtel), sacrementspreessie (Hechtel), sacremèntspercessie (Hechtel) Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)] III-3-3
sacramentsweek sacramentsweek: sacramentsweek (Hechtel) Een sacramentenweek (iedere dag wordt een ander sacrament behandeld en daarbij passende geestelijke oefeningen gehouden]. [N 96B (1989)] III-3-3
salueren salueren (<fr.): saluweeren (Hechtel) De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)] III-3-1
samenspannen bijeenspannen: die twieê spannen bieên (Hechtel), samenspannen: die twiee koppels spannen samen (Hechtel) Die twee heulen samen (spannen samen tegen de anderen) [ZND 26 (1937)] III-3-1