18390 |
speld |
spelde:
spɛl (L352p Hechtel)
|
Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.]
II-7
|
28884 |
speldenkussen |
speldenkussen:
spɛlǝkøsǝ (L352p Hechtel)
|
Kussentje waarop men de spelden en naalden steekt. De informant van Q 198 merkt op dat hij de naalden op zijn vest (kamizool) of op een stukje stof aan de muur speldde. Zie afb. 11. [N 59, 13a; N 62 68; L 45, 19; Gi 1.IV, 64; MW; monogr]
II-7
|
20165 |
spenen |
van de tet afzetten:
van ǝ tɛt ā.f˲zętǝ (L352p Hechtel)
|
Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59]
I-9
|
17719 |
sperma |
natuur:
natuur (L352p Hechtel)
|
Sperma: het mannelijke zaad (zaad, natuur, sperma, wieks) [N 106 (2001)]
III-1-1
|
24247 |
sperwer |
klamper:
voor allerlei roofvogels
klamper (L352p Hechtel)
|
sperwer [DC 42b (1967)]
III-4-1
|
26360 |
spie |
spie/spij:
spi(i̯) (L352p Hechtel)
|
De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2]
I-3
|
21430 |
spieken |
afkijken:
aafkīēkə (L352p Hechtel)
|
spieken; Hoe noemt u bij een proefwerk stiekum gebruik maken van een boek of een papiertje/ [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
18202 |
spijkerbroek |
blauwe boks:
i.e. blauwe broek.
blō boks (L352p Hechtel),
jeansboks:
zjeens boks (L352p Hechtel)
|
Spijkerbroek (jeans). Hoe noemt de dialectsprekende jeugd in de plaats waarvoor u het dialekt optekent dit? [DC 58 (1983)] || Spijkerbroek [spijkerbroek, -boks, jeansbroek, jeans] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
31953 |
spijkeren |
nagelen:
nexǝlǝ (L352p Hechtel)
|
Met een hamer spijkers in het hout slaan. [N 53, 152a-b; L 5, 7; monogr.]
II-12
|
18203 |
spijkerjas |
jeansjasje:
zjeens jeske (L352p Hechtel)
|
Spijkerjasje [spijkerjas, jeansjas, jek] [N 114 (2002)]
III-1-3
|