e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bok van het rijtuig bok: bǫk (Hechtel) Zitplaats voor de koetsier of de voerman. Alleen bij het rijtuig vormt de bok een vast onderdeel. Bij de kar en de wagen wordt soms een plank tussen de berries gelegd die als ge√Ømproviseerde zitplaats dient. Uit vragenlijst N 101, waar gevraagd werd naar de zitplaats van de voerman van een rijtuig, kwamen vrijwel uitsluitend opgaven van het type bok. [N 17, 38a-b + 40 + add; N G, 58d; N 101, 18a; monogr.] I-13
bokking bokkem: bukkem (Hechtel), bokking: bokking (Hechtel), bukking (Hechtel) bokking, gerookte haring [ZND 24 (1937)] III-2-3
bolhoed: algemeen bolhoed: boͅlhud (Hechtel) bolhoed [N 25 (1964)] III-1-3
bolhoed: spotnamen hondshok: honsdhok (Hechtel) bolhoed: spotbenamingen [ketspeng, tiets, hardhoutere] [N 25 (1964)] III-1-3
bolster van de okkernoot boest: boús (Hechtel) bolster (van) [ZND 33 (1940)] I-7
bonnet bonnet (<oudfr.): benet (Hechtel) De bonnet van de priester. [N 96B (1989)] III-3-3
bont als apart kledingstuk pels: ne peils (Hechtel), peͅls (Hechtel), pèls (Hechtel) pels (door dames om de hals gedragen) [ZND 40 (1942)] III-1-3
bont en blauw slaan kreupel slaan: kreupel geslagen (Hechtel), paars en blauw slaan: pairs en blouw geslagen (Hechtel), pers en blau geslagen (Hechtel), pers en bloo geslagen (Hechtel), pɛɛRz ɛn blao gəslāgən (Hechtel) bont en blauw geslagen [RND] || ze hebben hem paars en blauw geslagen (de echte dialectische uitdrukking opgeven) [ZND 40 (1942)] III-1-2
boog boog: bo.ch (Hechtel), boog (Hechtel, ... ) boog [RND] || Hoe heet een boog dien de kinderen maken van een buigbaren stok en een koord? [ZND 32 (1939)] III-3-2
boom (alg.) boom: buəm (Hechtel) boom [RND] III-4-3