e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dringen stoten: stuten (Hechtel) niet dringen ! [ZND 33 (1940)] III-1-2
drinkbak voor de kippen drinkbak: dreŋkbak (Hechtel) De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c] I-6
drinkglas glas: glāis (Hechtel), glās (Hechtel, ... ), pint: pent (Hechtel) drinkglas [RND] || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
droge plekken in moeras horst: hǫrst (Hechtel) Hoger gelegen, droge plekken in een moerasgebied. [N 27, 21a; R 3, 9] I-8
droog weer droog: drûûch (Hechtel) droog [RND] III-4-4
droogdoek, theedoek schotelvod: schotəlvod (Hechtel) Hoe noemt u de doek waarmee men afdroogt? [N105 (2000)] III-2-1
droogstaan droogstaan: dryǝxstǭ.n (Hechtel) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte droogte: drugt (Hechtel) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
druiventros druiventros: drouvetros (Hechtel, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)] I-7
druk heen en weer lopen over ende weer lopen: euver en t wieër loepe (Hechtel) Bedrijvig heen en weer lopen (rondridderen, -rennen, rettereren). [N 109 (2001)] III-1-2