e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
epidemie ziekte die voortgaat: die zikte git voort (Hechtel), ’ zikde die voortgit (Hechtel) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] || Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie, besmettelijke ziekte). [N 107 (2001)] III-1-2
epistel epistel (<lat.): epistel (Hechtel) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
erf mesterhof: meͅsdroͅf (Hechtel), meͅstrəf (Hechtel) I-7
erf en omliggende landerijen boerderij: burdǝrē̜i̯ (Hechtel) De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23] I-8
ernstig serieus: ’t is serjeus (Hechtel) het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] III-1-4
erwt, algemeen erwt: ɛ̄.rt (Hechtel) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
esdoorn esdoorn: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  esdoorn (Hechtel), gouden regen: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  gorêgen (Hechtel), pietjes: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  piettekes (Hechtel) es, esdoorn [ZND 34 (1940)] III-4-3
eten (ww.) eten: éétə (Hechtel), êten (Hechtel) eten [RND], [ZND 25 (1937)] III-2-3
etensresten overschot: euverschoot (Hechtel), overschoot (Hechtel) hoe heten de resten van het eten van mensen [ZND 34 (1940)] III-2-3
etter zweersel: zwēͅrsəl (Hechtel) Hoe noemt men het geelachtige of gronachtige vocht, dat uit een zweer komt (Nederl. etter, pus) ? [ZND 49 (1958)] III-1-2