e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heek

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zaaien zaaien: zīǝ (Heek) [N 15, 1a; JG 1a, 1b; A 2, 70; L A2, 234; L 8, 102; L 24, 6a; S 45; Wi 40; RND 111; monogr.] I-4
zakdoek snuifsplag: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  sjnoesplak (Heek) neusdoek [SGV (1914)] III-1-3
zalig zalig: zielig (Heek) zalig [SGV (1914)] III-3-3
zand, zandgrond zand: zant (Heek) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zanglijster, lijster lijster: līēster (Heek) lijster [SGV (1914)] III-4-1
zaniken, zeuren zeuteren: WNT: zudderen - sudderen, sutteren. [...] Het woord is verwant met seuteren, zeuren (III) en zuielen (I). 3. (Ned.-Limb.) Zeuren. // Zuuëtere ... OnbeNULLig en langdurig praten, Dorren [1918]).  zeutere (Heek, ... ) zaniken [SGV (1914)] || zeuren [SGV (1914)] III-3-1
zeef zeef: zeef (Heek) zeef [SGV (1914)] III-2-1
zeemlap zeem: zeim (Heek) zeem (leder) [SGV (1914)] III-2-1
zeepsop luter: leiter (Heek), sop: soep (Heek) sop [SGV (1914)] || zeepsop [SGV (1914)] III-2-1
zeer warm weer hits: hèts (Heek) hitte [SGV (1914)] III-4-4