e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heek

Overzicht

Gevonden: 1225
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
echtgenoot man: man (Heek) [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] III-2-2
eed eed: eid (Heek) eed [SGV (1914)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: eiköörke (Heek) eekhorentje [SGV (1914)] III-4-2
eelt, eeltknobbel zwel: sjweel ? (Heek) eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] III-1-2
een huis huren pachten: een huis ~  paxtə (Heek) huren [SGV (1914)] III-2-1
eend eend: ē̜nt (Heek) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eenvoudig eenvoudig: envoudig (Heek) eenvoudig [SGV (1914)] III-1-4
egel egel: egel (Heek) egel [SGV (1914)] III-4-2
ekster ester: êster (Heek) ekster [SGV (1914)] III-4-1
eksteroog esteroog: êsteroug (Heek) likdoorn, eksteroog [SGV (1914)] III-1-2