e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heek

Overzicht

Gevonden: 1225

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
baktrog moel: mǫl (Heek) De kuip waarin de eerste bewerking van het deeg plaatsvindt. "In zijn eenvoudigste gedaante is het een rechthoekige, langwerpige bak, de bodem smaller dan de bovenopening" (Weyns blz. 28). De baktrog is ofwel van eik ofwel van wit hout vervaardigd. Sommige troggen hebben onderaan een schuif om zuurdeeg en zeef in te leggen (Weyns blz. 29). Als hij klein is en goed hanteerbaar, wordt de trog niet noodzakelijk op een vaste voet gezet. Is hij heel groot dan kan hij op een paar lage houtblokken worden gelegd. Meestal is hij geplaatst tussen twee steunen in de vorm van een letter H, waarvan de naar buiten uitwijkende bovenste benen de bak omvatten (Weyns blz. 28). In dit lemma zijn ook benamingen die de boer voor zijn baktrog heeft, opgenomen: Zie afb. 17. [(N 29, 20a; N 29, 18a; N 18, add.; N 5A(I), add.; S 2; R 3, 50; L 1a-m; L 16, 8; L 19A, 21; L 48, 23; A 26, 10; Lu 4, 10; Lu 2, 23; monogr.; LB 2, 237)] II-1
balans balans: ps. boven de eerste a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  baláns (Heek) balans [SGV (1914)] III-3-1
balkenbrij balkenbrij: balkebrie (Heek) balkenbrij [SGV (1914)] III-2-3
balorig koppig: köppig (Heek), kops: köpsj (Heek) baloorig [SGV (1914)] III-1-4
bandiet schoft: sjoef (Heek) bandiet [SGV (1914)] III-3-1
barrevoets barrevoets: bĕrreves (Heek) barrevoets [SGV (1914)] III-1-3
bedevaart bedevaartsgang: bêvaartsgank (Heek) bedevaart [SGV (1914)] III-3-3
bedorven ei liezenei: liezenei (Heek) [N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.] I-12
bedriegen bedriegen: bedrege (Heek) bedriegen [SGV (1914)] III-1-4
bedroefd bedroefd: bedreuft (Heek) bedroefd [SGV (1914)] III-1-4